CCCCXIX. Hoofd-stuk. Rubus Idaeus, Framboisen, Hinne-besien.
DE Framboisen wassen met witbastige, houte en ligtbrekende stammetjes by de drie en vier voeten regt op, en deilen sig in verscheidene takjes, zynde met eenige kleine, fyne doorntjes gewapent: ook heb ik se menigmaal sonder doorntjes gesien. De bladen zyn de voorige Bramen van maaksel wel gelyk, maar sagter, van boven bleiker groen, maar van onderen wit. De bloemtjes zyn mede van het selfde maaksel, als mede de vrugten, dewelke roodagtig zyn, ofte wit, met sekere geurige soete smaak. De wortel schiet herwaarts en derwaarts, brengende wederom nieuwe scheuten voort.
Sy wassen hier alleen in de hoven en boomgaarden; het bloeid in de Lente, en de vrugten rypen in de Somer.
Wat aangaat het gebruik, en kragten, die zyn even als van de Braam-besien gesegt is.