sy werd voortgeteelt door zaad, maar beter door planten, want het zaaijen duurt te lang, om dat de planten traag volwassen werden. In 't na-jaar werden de wortelen uit de aarde gedolven, en met geheele wagens, gelyk het hooy op een gestapelt, en na de stoven gevoert, gedroogt en gemalen.
De reuk en smaak geeft ons de doordringelykheid deser wortelen te kennen. Men gebruikt het gemeenlyk voor die gene welke van binnen gewond zyn, om te suiveren en te genesen: het opend de verstopte ingewanden, geneest geelsugtige en watersugtige; doet wel wateren, want die het ingenomen hebben bevinden dat het water daar mede geverft is. Het bevordert de stonden. Voorts kan men daar kooksels van maken, ofte uittreksels met water of wyn, om dagelyks te gebruiken. Het werd meest aangequeekt om lakenen, linnen enz. mede rood te verwen: en de rouwe bladen zyn dienstig om het tin te schuuren.