CCCLXXXVI. Hoofd-stuk. Polygonum, Duisend-knoop, Verkens-gras.
DUisend-knoop Manneken, aldus om zyn menigvuldige knoopjes genaamt, kruipt langs der aarden, met veele dunne, ronde, lange rysjes ofte takjes, hebbende menigte knoopjes ofte leedjes, zynde gemeenlyk by yder lid wat roodagtig met eenige witte strooagtige veseligheid. Dese zyn begroent met lange, matige smalle blaadjes: uit de knoopjes ofte ledekens siet men veele, kleine lyf-verwige bloemtjes komen, met een gevolg van dry-kantige zaden. De wortel is dun, lang, somtyds wit, en somtyds roodagtig, en met veele dunne veselen behangen.
Het Wyfjes Duisend-knoop gelykt seer na de Paardestaart, maar werd mede om zyn knoopen soo genaamt. Het heeft regt op staande ydele ofte holle steelen, van een voet hoog ofte daar ontrent, effen en glad. Rontom de knoopen komen smalle, sagte, groene bladinge, sters-gewys verdeelt. De wortel is mede geknoopt, hier en ginder voortkruipende.
Het Manneken verscheelt in groote, na dat het een vette grond bekomt: het welke in Nederland over al langs de wegen gevonden werd. Het Wyfjen vind men langs de Slooten, Gragten en loopen-