CCCLXXXII. Hoofd-stuk. Piperitis, Raphanus Sylvestris, Peper-kruid.
DE bladen zyn lang, breed, spits-toeloopende en rontom getand, blauw-groen, en sagt. Het wast met een ronde, taeye, getakte struik wel twee voeten hoog. De bloemtjes komen aan kleene takjes, zyn klein en wit, waar na mede een klein zaad volgt; de wortel is dun, wit, langs d'aarde groeijende, en geduirig nieuwe scheuten uit gevende.
Men vind het in de moes-hoven, en omtrent de