den van de Lente en voorts de geheele Somer voort. De gedaante verandert somwyls, want ik hebse gesien, dat sy in plaats van Sterretjes, eenige groene Kelkjes had, zynde de randen omgebogen, en getand, in welkers midden Eenden-groen scheen te leggen.
Het is fyn van deeltjes, openende de verstopte Lever, Milt, scheil en andere ingewanden. Uiterlyk beneemt het, om zyn fyne deelen de brand der hitsige geswellen, makende dat de vogten hare beweginge wederom krygen. Men kan daar kooksels van maken om te drinken, en Pappen en stovingen om uiterlyk op te leggen.