staan, ofte weinig loop hebben, want het sterk-loopend water belet het groeijen. By dese heeft men nog een tweede soort, genaamt Lenticula Aquatica Trisulca, en Hederula Aquatica, dat is Water-veil, want sy heeft dry-kantige blaadjes, die van den kleinen Veil niet ongelyk, maar veel kleinder en bleik-groen, dryvende op het water, hebbende mede van onderen kleine veselen. Beide dese soorten siet men de geheele Somer door.
Beide kan men gebruiken om Pappen te maken op heete geswellen, alsoo het door zyn fyne en doordringende deeltjes een andere beweeglykheid in de broeijende sappen brengt. Ook werd het met voordeel gebruikt tegens het uithangen der darmen. De kooksels soude men mogen gebruiken, in heete en broeijende koorsen, warm gebruikt, want dan doet het sagjes sweeten.