CCXXV. Hoofd-stuk. Halimus, Portulaca Marina, Zee-porcelein.
DIt gewas werd van de zeeuwen en vlamingen ten onregte Soutenelle genaamt, alsoo dat de Soldonella, een geheel ander gewas is. De Zee-porcelein, wast regt op gemeenlyk en heesteragtig, soo hoog veeltyds als den gemeenen Alsem, hebbende veele zyd-takjes: schietende uit zyn lange, houtagtige, in veele deelen getakte wortel veele regt opstaande steelen; waar aan veele bleeke, lyvige, rouwe, en langwerpig ronde blaadjes groeijen, van groote als van de gemeene porcelein. De bloemtjes wassen tros-gewyse boven op de steelen, gelyk als van de Mayer ofte Melde, waar na een plat en breed zaad volgt.
Men vind se veel in Zeeland en Vlaanderen op de buiten-dykse landen, daar het Zee-water geduirig van af en op loopt. Dit gewas bloeid in de Somer en blyft des Winters over.
Het werd hier alleen gebruikt voor Salade over tafel, want de blaadjes werden afgeplukt en in azyn gelegt, en des Winters gegeten. Andere souten die, en versen die af, wanneer sy die willen gebruiken.