CLXXVI.Hoofd-stuk. Dracunculus Aquatilis, ofte Palustris, Water-Slange-kruid, Water-speer-wortel.
UIt een lange voort-kruipende, matig dikke en in veel leedjes verdeelde wortel, komen uit yder lid ronde, effene, kaale, en voose steelen der bladeren: dese wortel heeft van onderen nog eenige basjes met veselen. De bladeren nu zyn breed, groen, glad en kaal: sy zyn byna rond, loopende nogtans een weinig puntig toe, staande yder op zyn besonderen steel. Sommige deser steelen; zyn als Stammetjes, hebbende niet alleen aan haar bovenste een kleinder blad, dat van boven wit is, maar daar nevens komen in ʼt begin eenige kleine witte draadjes, uit welke eindelyk een druifagtige aare te voorschyn komt; dese Druiven zyn eerst groen, maar werden eindelyk rood: wat kleinder, dog wat scherper van smaak, als van de Kalfs-voeten.
Het plant sig mede met de wortel voort, groeijende in de Slooten en staande wateren. Bloeid in de Hooi- en Oogst-maand, waar na in de Herfst de besien volgen.
De kragten zyn als die van de Kalfs-voet, maar wat swakker.