CXXIV. Hoofd-stuk. Cauda Muris, Muisen-Staart.
MUisen-Staart wast een palme hoog, wat hooger komende, uit een veselig worteltjen, eenige grasagtige, dog dikkere blaadjes, tusschen de welke eenige aartjes voortkomen, gelyk als van een kleine weeg-bree: welke open gaande eenige gras-verwige bloemtjes komen, en daar na langagtige, kaale aartjes, als staartjes, in welke seer klein bruin zaad is.
Nog is 'er een soorte welkers aare byna twee spannen hoog is, anders het vorige seer gelyk.
Sy wassen op sandige en vogtige velden: als mede hier langs het Ykant. Het kleine bloeyd in het voorjaar, maar het groote heb ik in zyn Bloeysem in 't laats van de Somer gevonden.
Des selfs deeltjes, kragten en gebruik, zyn als die van de weeg-bree, van welke het een soort schynt te wesen.