Den Neder-landschen herbarius ofte kruid-boek der voornaamste kruiden
(1698)–Steven Blankaart– Auteursrechtvrij
[pagina 173]
| |
breede, rouwe, oneffene, lankwerpige, spits toegaande, en aan de kanten saags-gewys gekartelde bladeren. Aan 't opperste der takken komen tusschen de bladeren de Bloeysels, als lange, dunne en groene Kattekens: welke afvallen, even als van de Okker-noten, waar uit geen vrugt voortgebragt werd: maar de vrugten komen daar benevens met haar vyf ofte sessen byeen; yder vrugt werd besloten in een doornagtige ofte stekelige bolster, welke, als de vrugt ryp is, van selver open barst, en zyn vrugt daar uit laat vallen. Dese uitgevalle vrugt heeft een bruine, taeije en gladde bast, gemeenlyk plat, dog d'eene bolder dan d'andere, van agteren, daar die aan de bolster vast is, is die stroever en grauwer, voor aan is sy spits: dog dese verschelen in groote, bolligheid, plattigheid, smaak enz. na den Landaard. Dese bast afgeligt zynde, is sy aan haar binnenste zyde wolagtig: maar de vrugt selfs is nog met een dunne, roodagtige bast omringt, die daar nauw omgesloten is. De Ros-Kastanien ofte Paarde-Kastanien verschelen van de vorige alleen hier in, dat hare bladeren in vyven ofte sessen gespleten zyn, en brengt dikkere en ronde vrugten voort. Sy wasschen in Braband, Vrankryk, Spangien, Italien, Duitsland en alhier in de Lanen van de liefhebbers. De Kattekens siet men in Gras-maand, maar de vrugten komen tegens den Herfst. De binnenste bast is seer vrang, en dienstig om de buik-loopen te stoppen, als mede de te overvloedige stonde en witte vloed: werd mede bequamelyk by de bloed-stempsels gedaan. De vrugt werd, als bekend is, gesoden ofte gebraden gebruikt, welke heel warm gegeten, veele een afgang doen hebben: maar koud, doen sy stoppen. In de Landen daar het koorn spaarsaam is, werden sy op | |
[pagina 174]
| |
den oven gedroogt, gemalen en daar brood van gebakken. De Verkens, die met Kastanien gemest werden, zyn beter dan met eekelen. Het hout kan verwerkt werden tot Duigen, Latten, Goten, Hoepels, enz. De gedroogde bladeren zyn goed om de beesten, in plaats van stroo, op te leggen. De loog van d'assche doet het linne vlekken. |
|