welke niets voortkomt. Ik noem het een Moschagtig gewasch, niet om dat het geen bladeren heeft maar om dat het sonder wortel, (gelyk andere Mossen) aan de gewassen komt.
De Epithymum is wel het selfde gewasch, maar is veel fynder van snaren, en bruinder van koleur, en dese vind men eigentlyk aan de Thym: als mede aan de Keule, Thymbra, Brem, Eryngium enz. in 't kort, men bevind, dat het na de verscheide kruiden niet alleen van gedaante verandert, maar ook van kragten. In Wiede-maand, Hooy-maand en Oogst-maand, werden sy beide meest gevonden.
De Cuscuta houd men dan bequaam om by de Genees-middelen te mengen, die men tegens de Lever en Milt gebruikt; als ook tegens de schurft, swarte-zugt, verstoppingen: enz. alsoo het soude openende zyn: Edog myn gevoelen is daar soo groot niet van, en men heeft veel beter dingen.
Behalven de voorgaande schryft men den Epithymum ook een sagte Purgerende kragt toe, en is ook veel kragtiger dan de vorige, maar werden beide gemeenlyk gansch over oud in de winkels gevonden, alsoo die selden voorgeschreven werden, en daarom is het beter tot bekender dingen over te treden.