CXVI. Hoofd-stuk. Carduus Stellatus, ofte Sterre-Distel.
DEse heeft lange, gesnippelde, sagte, wollige, en diep-gesneden bladen, een spanne lang, sonder doornen. De stam is dun, wat wolagtig, van anderhalven voet, min ofte meer, hoog, die sig boven in verscheide takken deilt; op welkers opperste matig groote, langagtige doornige hoofdjes groeijen, sters-gewyse gestelt, zynde eerst groen, ofte donkerrood, maar daar na bleik. Hier uit komen purperdradige bloemtjes, waar na een rondagtig plat zaad volgt. De wortel is bruin, en wat lang, niet al te dik.
Men vindse veel langs de wegen en in de Koorn-landen; en bloeid de meeste Somer door.
Het zaad met Wyn in genomen, ofte anders gekookt, doet het water-maken bevorderen. De wortel kan men mede in de plaats van den Eryngium gebruiken.