CVIII. Hoofd-stuk. Capillus Veneris, gemeenlyk Vrouwen-hair, ofte Steen-ruite genaamt.
MEn noemt dit gewasch mede Salvia Vitae, en Ruta Muralis. Ten langsten groeit het dry ofte vier vingeren lang, aan welkers ronde, tengere, harde, takjes en steeltjes, kleine, dog ongeschikt gevoegde, harde, gekartelde blaadjes komen, gemeenlyk dry en dry by een. Aan de boven-zyde duister-groen, kaal en glad, maar van onderen bleiker, en met eenige stippeltjes: het brengt mede geen bloem ofte merkelyk zaad voort, maar zyn veselige swarte worteltjes doen het gewas voortsetten.
Het is Winter en Somer groen, dog in het voorjaar krygt het nieuwe blaadjes: het groeit aan oude muuren en toorens, voornamelyk in schaduwagtige en vogtige plaatsen.
Dit Venus-hair, is van kragten als het gene ik van het vorige Vrouwen-hair hebbe gesegt.