LXIII. Hoofd-stuk. Asphodelus, met Look-wyse Wortel.
DE Asphodelus met een bol is de vorige groote witte seer gelyk. De bladeren gelyken seer na de Parei, maar soo breed niet, nog soo lang als die van de groote witte. De regt opstaande steel is rond, van welkers midden af tot boven toe ses-bladige gesternde bloemtjes zyn, zynde voor spits, hebbende in 't midden eenige draadjes: ook staan sy niet al te digt by malkanderen. Heeft drykantige, lankwerpige zaad-bolletjes. Sy werden alhier in de Hoven gevonden, en bloeijen in de Bloey-maand, en later.