zyn bladen dikmaals in sagte Winters, de Winter over.
De Water-Affodille is in bloem en steel de eerste gelyk, heeft schoone groene, wat gestreepte ofte groene bladen, de Gladiolus ofte swaarden niet ongelyk, dog smalder en korter, van byna een spanne. De steel staat een voet hoog regt over eind. De ses-bladige gele gesternde bloemtjes komen wat hooger als de vorige witte ofte geele, hebben in 't midden verscheide bleik-geele draadjes. Daar na komen lankwerpige spitse huisjes, daar het zaad in besloten is. De wortel is veselagtig, dog heeft verscheide ledekens, en veselen, waar door het vermenigvuldigt en voortkruipt. Het groeid meest op waterige plaatsen, daar de Heide wast, en bloeid in de Somer-maanden.
De kragten daar van zyn als van de Witte Affodillen.