bloote been, om van de etter, en smeerigheid te bevryden.
De lange is de ronde seer gelyk, maar de wortel is langer, mede geel, met weinige veselen behangen; hier uit rysen eenige steeltjes, een span hoog, of wat meer of min, byna rond, niet duister groen, maar bleiker dan van de ronde, en vol van zenuwen doorloopen; nevens hare steeltjes komen mede lankwerpige, holle, purpere, en sterk-riekende bloemtjes. De vrugtjes zyn mede peer-wysiger dan van de ronde. Sy groeit alhier in de Hoven, en brengen in Bloey-maand, en Wiede-maand, mede haar bloemtjes en vrugtjes voort.
De kragten en gebruik zyn mede als die van de ronde.
De derde heeft rysagtige lange, dunne en veselagtige worteltjes, anders de lange vry gelyk, dog de bladen wat spitsagtiger uitloopende, en de bloemtjes geel; groeit hier in de Hoven, en somtyds op de Bouw-landen. De vrugten, en tyd van bloeijen, is mede met de vorige soorten gelyk; maar de kragten zyn soo sterk niet.
De Pistolochia, ofte veselagtige Aristolochia, dese is de ronde in steelen en blaadjes seer gelyk, maar teederder; de bloemtjes zyn swartagtig aan haar begin en eind. De worteltjes zyn geel, en veselagtig. Men vindse alhier in de Hoven, en bloeyd mede als de andere soorten op deselfde tyd: is mede ook in kragten gelyk.
De vyfde soort, werd Sarasyns-kruid genaamt: en is d'eerste en tweede seer gelyk, aangaande haar rysjes en blaadjes, maar wast hooger, de bloemtjes wat geelagtig; de vrugtjes als peertjes; de saaden leggen in blaasjes, drykantig en grauw. De worteltjes zyn matig dik en langagtig, met veele veselen beset, en geel, waar uit weder nieuwe plantjes