veele leden: van binnen wit; heeft een doordringelyke Speceriagtige smakelykheid op de tong, met een sterke, dog niet onaangename reuk. Uit de Stoel van de bladen ryst een halm, een voet ofte anderhalf hoog, blads gewyse, uit welker zyde een aare voort komt, bruin van koleur, de langte hebbende van een kleine vinger, en matig dik; staande regt over end opwaarts, met Kruis-gewyse strepen door-sneden en door-kerft: de knopjes die het besluit, gaan met 'er tyd open, en vertoonen een menigte kleine geele agtige bloemtjes. Dese aare wert met 'er tyd wel een vinger dik, met veele kleine groene knoopjes, byna de vrugt van de pynboom gelykende.
Dit is een gras-bladig gewas, sonder Stroo-halm: de aare, die de selvige voortbrengt, is enkel, cierlyk, op de wyse van een katteken Julus genaamt, welke de selvige van alle andere onderscheid, soo daar eenige andere teikenen mogten ontbreken.
Sy wast alhier in Holland langs de rivieren, als by Niepoort, buiten den Haag en Delft; by der Gouw, tusschen Haarlem en Leiden, Maase-veen, Tien Hoven, enz. ook groeit deselvige wel in de Hoven, maar moet veel waters hebben. Het loof vergaat tegens de Winter, maar de wortel blyft overig; van welke men nieuwe planten kan voort telen. Deselvige bloeit in de Hoy-maand.
De wortel van di gewasch werd hier te Lande alleenig gebruikt. Synde om syn sterke reuk en smaak seer verwarmende, en mag met regt den Inlandsen Gember genaamt werden, alsoo deselvige mede soo voortkomt, als de Calmus. Wanneer men die schilt, murw kookt en met Syroop Confyt, soo is sy alsoo kragtig in de slymige Maag-qualen, als de Oost-Indische geconfyte Gember, des ogtens nugteren genuttigt. De wortel, het sy