weinig voedsel; kan evenwel van sterke luiden gebruikt werden.
Stokvisch en Lenge is een goede visch voor sterke luiden, dog geeft weinig voedsel, en in den tengeren luiden, veel gegeten, niet al te gesond.
Gerookte Salm en gerookte Elft, middelmatig gegeeten, zijn niet ongesond, maar indien men se veel eeten wil, is het beter dat men se laat.
Rysse Botjes zijn, in middelmaat gegeten, niet quaad: maar de veelheid moet men myden.
Drooge Schol is heel ongezond, want die maakt maar een slijm in de maag: gekookt en met peterseli gegeten isse beter; geeft weinig voedsel.
Meest alle de rivier-visch is gesonder als de zeevisch; want de rivier-visch is zoo tranig niet.
Van de rivier-visschen spant de Baars en Post de kroon, als ook de Snoek in gezondheid, 't zy tot boter-visch gemaakt of tot water-visch. Gebraden Snoek is niet quaad: wanneer ze groot is mag men die wel stooven.
Voorn, Grundeling, Braasem, Kerper, Seelt, Bliek, zijn wel alle beter als zee-visch, maar zoo goed niet als Baars; men zal dese minder gezond houden.
Het matig gebruik van Oesters kan men voor de lekkerbekken nauwlijks t'eenemaal afschaffen, daarom laat ik alleen een weinig toe; gebraden zijnse veel beter dan rauw.
Mosselen sonder baarden en tongen (alzoo genoemt) gegeten, zijn gezonder als met dezelven, want sy doen dan zelden qualijk bekomen; maar de matigheid moet men ontrent de mosselen niet te buiten gaan, want het is de gezondste visch niet, 't zy gekookt of gestooft. Paal-mosselen zijn de beste.
Alikruiken zijn niet quaad gegeten, als men d'overvloed mijd.
Van gelijken ook de Krabben, maar de Kreeften zijn veel zwaarder te verteeren, en by gevolg ongezonder.