Spek is goed voor luiden die veel arbeids doen, maar tengere luiden konnen het niet verdragen: alhoewel, indien het goed is, met mostaart gegeeten, sal soo veel schade niet doen dan alleen en veel gegeten.
Verkens vleis, soo van wilde als tamme, matig gegeten, is seer smakelijk en niet ongesond: men pleeg het by ouds den sieken voor te schrijven.
Een Speen-verken gebraden is niet quaad, wanneer men daar niet te veel van eet.
Ham oft Schink is beter en gesonder als rook-vleis, voornamelijk als deselve gaar gekookt is met weinig vet: maar sy moet met mostert gegeten werden.
Saucisen oft Verkens-worsten hebben deselve kragten als van de Ossen-worsten gesegt is.
Leverbeuling is ligt te verteeren, maar hoe minder gegeten hoe beter.
Bloed-beulingen zijn ongesond en best gelaten, want het bloed terstond bedervinge onderworpen is.
Gort- en Rijst-beulingen, met rosijnen, krenten, en speceryen gemengt, zijn niet quaad.
Soppen van allerlei vleis gemaakt, niet te sout zijnde, zijn goed en gesond.
Sweseriken oft Subiten, gekookt of in de pan gebakken, geven goed voedsel.
Haksel van allerlei vleis is niet ongesond, wanneer daar veel speceryen en weinig suur in komt.
Geiten, Herten-vleis, Weeren, Hamel-vleis is seer overeen komstig met dat van de schapen.
Hasen, wanneerse kort van vleis zijn, konnen ligtelijk verteert werden, en zijn niet seer ongesond.
Van gelijken ook de Konynen en Lampreien, gebraden, gestooft, of in de pan gebakken, zijn seer goed en delicaat, en konnen ligt verteert werden.
Olipodrigo, bestaande uit verscheide vleis, is niet ongesond gegeeten, want het geeft seer goed voedsel.