XI. Hooft-Stuk.
Van de Suiker, Honig en Confituiren.
ALle Suiker en Confituiren, te veel gegeten, konnen ons lighamen geen nuttigheid doen: daarom is het beter geen van diergelyke dingen te gebruiken: egter, wyl de suiker en alles wat'er van gemaakt werd, sijn gebruik heeft, sullen wy daar wat nader van spreken.
Den Honig, hoe witter hoe beter, verscheelt van de suiker in graden, want de suiker is soo heet niet als den honig, ook is de witte honig soo heet niet als de bruine: de witte honig, anders maagden honig of ongepynden honig gesegt, is niet gesond, indien men die middelmatig gebruikt met brood, of in eenig eten gekookt, en gemengt.
Hoe witter de suiker is, hoe gesonder, want de bruinste en vetste maakt veel slym en verstoppingen in het lighaam; doch men moet in alles de middelmaat houden: de selve maakt veel slym in 't lighaam, waar uit niet anders dan verstoppingen konnen voortkomen. De broodsuiker, door loog van kalk gesuivert, en wit gemaakt, is soo ongesond niet als men wel meint; want die beneemt alle suir in ons lighaam, 't welk daar niet moet wesen: daarom is de suiker hoe witter gemaakt hoe beter, om datse soo veel slym niet en baart, als de vette en bruine suiker.
Gelyk ik van de suiker spreek, gevoel ik mede van de Syropen, die altemaal in veelheid gebruikt sijnde, ons lighaam ten hoogsten schadelyk sijn. Hierom sijn de kinderen, die veel suiker, syroop, en andere suiker-kost, eten, veel met wormen en dik-