IX. Hoofd-Stuk.
Van allerlei Boom-vrugten met harde Schillen.
NU staat ons voorhanden van de soorten van Noten te spreken, als Okker-noten, Hase-noten, Ekels, Kastanien, Pingels, Pistasjes, Amandelen en diergelijke.
De Okker-noten, versch zijnde, zijn seer goed gegeten, maar oud en rans, deugense niet dan om olie uit te maken,
Dit selve seg ik mede van de Hasenoten, welke seer gesond zijn voor de genen die 't graveel hebben: maar men moet de Noten noit met de tanden kraken, of gy bederftse en krijgt tandpijn.
Ekels werden in sommige landen gegeten, dog se zijn voor grove luiden beter als voor die tenger zijn.
Hierna volgen de Kastanien, welke somtijds gegeten niet quaad zijn, ja maken menigmaals afgang in luiden die veel suir by sig hebben.
Pistasjes zijn mede seer gesond, als ook Pingelen.
Na welke d' Amandelen volgen; dese gepelt zynde, zijn mede goed gegeten, maar ongepelt stoppen sy, ten zy men daar wat vygen of rasijnen by eet.
Al de noten schynen een vlug Alcali te hebben, dat met een fijne olie liefelijk getempert is; maar de vlugge deeltjes vervlogen zijnde, werd de olie rans.