verliest het bloed door de transpiratie veel van sijn fijnste deelen, waar door het, indien daar geen olie by quam, sou verschalen en scherp werden, soo dat dan hier mede de olie, tot voordeel van het lighaam, verbruikt werd.
Daar sijnder nog die soo mager fijn als een spaans-anker, en tegens andere dry konnen eten, dese werden mede niet vet om dat de swavel oft olie der spijse werkx genoeg heeft om de scherpigheden der gesten en suiren des maags, darmen en bloeds te omermen. Daarom is het goed dat dese luiden veel vet eten, en weinig suir, want hier door werd het suir getempt en des selfs aangroey belet. De reden is openbaar, want de menigte olie slingert sig om de suire punten, soo dat de punten even eens in de olie sijn als een mes dat in de scheede steekt, of als een mes dat omwonden is, 't welk dan niet meer schade, soo lang het soo is, kan aanbrengen, maar schrale kost, doet haar suir en honger vermeerderen.
't Gebeurt ook wel dat als sommige sig doen laten, vet werden, dit komt, dat haar bloed wel soo scherp niet en is als waterig, met welk water de boter oft olie van onse gijl niet willende oft konnende mengen, daar ligtelijk van afgescheiden werd.
Dat dese oliagtige deeltjes daar niet mede mengen is d'oorsaak even als wanneer ik gemeene olie op water giet, soo sal die drijven, om dat het water meerder aan malkanderen geperst werd als de olie, en de olie geen soute oft suire deeltjes weder houden, maar in diense aldaer konde vast gehouden werden, souden die lighamen soo vet niet fijn. Dit siet men wanneer ik olie onder suiker oft sout menge, en te degen onder een roer, sal ik de olie makkelijker, door het middel van de suiker of het sout, onder water mengen, als sonder de selve: even, seg ik, gaat het dan in ons lighaam.
Als sommige vet eten konnen sy dat niet verdragen