Winterbloemen(1811)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 90] [p. 90] Vittery. Les Muses, filles du ciel, Sont des soeurs sans jalousie: Elles vivent d'ambrosie, Et non d'absinthe et de fiel. voltaire. Hemelreine Zanggodinnen, Wien mijn boezem is gewijd! Die by 't zusterlijk beminnen, Afgunst kent noch minnenijd! Die van gal noch alsembitter, Maar ambroos en nektar leeft! Gy, gy vloekt den kouden vitter, Die, met al zijn geestgeschitter, Hart noch ziel voor Dichtkunst heeft: Die, ontrefbaar voor het schoone, In de rozen van Dione Niet dan vlek en rimpels telt; Dorens zoekt om aan te haken; En heur geuren niet kan smaken, Of van spijt en wrevel zwelt. 1810. Ex tempore. Vorige Volgende