Leven, ach! Wat zijt gij toch?
(2006)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 29]
| |
Grafschrift voor mijzelf aant.Dit enge lijkgesticht sluit de as eens dichters in.
Hij zong het vaderland, de dichtkunst, en de min,
verdrukte christendeugd, zijn rampen, Gods erbarmen.
Gelukkig, mocht zijn zang een koude borst verwarmen!
Gij, die zijn kunst waardeert, zijn hart en lijden kent,
Dank Jezus, wiens genâ zijn jamm'ren heeft volend.
1805
|
|