| |
| |
| |
Aantekeningen
Ingetogenheid 7
In 1779 had Bilderdijk in een beperkte oplage Mijn verlustiging, een bundel erotische poëzie, gepubliceerd. In 1781 verscheen er een handelseditie van. De meeste gedichten in deze bundel zijn navolgingen van klassieke minnedichters.
verteren: vergaan |
tergen: prikkelen |
naar: naar de mate van |
Cypris: Venus |
drillende: zowel ‘mikken’ als ‘trillen’ |
thyrs: staf |
vermast: uitgeput |
| |
Op de afbeelding van het overleden schootkatje van jonkvrouwe De Lannoy 8
Bilderdijk was bevriend met de dichteres Julia Cornelia baronesse de Lannoy. Toen in 1780 haar geliefde huisdier overleden was, stuurde Bilderdijk haar een tekening van het poesje, met als bijschrift dit gedicht. Na haar vroege dood in 1782 zou hij haar Nagelaten dichtwerken (1783) uitgeven.
reden: verstand |
Pegaasje: afgeleid van Pegasus, het gevleugelde paard van de Muzen |
Doch... voortreflijkheên: schrijf de glans van die goede eigenschappen niet toe aan het lot |
| |
Kusjes 8
In de tijd dat Bilderdijk dit gedicht schreef, onderhield hij een onstuimige liefdesrelatie met de lieftallige Catharina Rebbeca Woesthoven.
| |
| |
strookster: streelster |
geile: dartele |
tuigen: getuigen |
wel: goed |
reetjes: kiertjes |
leken: druppelen |
terging: kwelling |
lispen: lispelen |
| |
Verrukking 10
Ook dit gedicht is geïnspireerd door zijn liefde voor Catharina Rebbeca Woesthoven.
overtoog: bedekte |
duizendwerf: duizendmaal |
doorgestaan: doorstaan |
tuige: getuige |
onnadenklijk: niet te bevatten |
veil: te koop |
tocht: hartstocht |
echtkoets: echtelijk bed |
| |
Wiegzang II
De bejubelde erotiek bleef niet zonder gevolgen. Catharina Rebbeca werd zwanger. In juni 1785 trouwden zij; in september van dat jaar werd hun dochter Louise Sybille geboren. Voor haar is dit gedicht geschreven.
lust: plezier |
onnozel: onschuldig |
vieren: toegeven |
nietwes: niets |
is de stervling toch gezet: is toch het lot van de sterveling |
| |
| |
| |
Nagedachtenis 14
Van mijn zoontje Ursinus, door een heimelijk ingegeven slaapmiddel omgebracht
Bilderdijk meende, dat zijn zoontje Willem Julius Ursinus, geboren in 1793 en gestorven in augustus 1794, het leven had verloren door toedoen van een dienstmaagd, die het kind op eigen gezag een opiumdrank had toegediend. Dat was toen een gangbaar slaapmiddel.
magen: verwanten |
't leed... vergeldt: de deugd van de voorouders wordt op aarde beloond met leed |
ik derf u: ik mis u |
't oovrig kroost: mijn andere kinderen |
| |
Afscheid 15
In 1795 moest Bilderdijk, na de inval van de Fransen, het land verlaten omdat hij de beginselen van de Franse Revolutie niet wenste te erkennen. In maart ging hij naar Duitsland. Dit gedicht werd vermoedelijk geschreven in augustus 1795, niet ver van Hamburg. Vandaar vertrok hij naar Engeland.
hof omwalling: muur om een boerderij |
verbreken: misdrijf |
moedwil: boze opzet |
Ge ontzet?: u schrikt? |
snoodheid: slechtheid |
Haar roeping: de roeping van de Godheid |
verge... hulp: vraag om hulp die niets kost |
| |
Aan Miss Suada 16
In antwoord
In Engeland leerde hij de negentienjarige Katharina Wilhelmina Schweickhardt kennen, op wie hij verliefd werd. Zij schreef
| |
| |
ook gedichten en zou later als Vrouwe Bilderdijk faam verwerven als dichteres. Suada was bij de Romeinen de godin van de overredingskracht; ook het Latijnse suavis (lieflijk) speelt hier mogelijk een rol.
neem... weer: neem die erenaam terug |
| |
Eens palings klacht 17
Bilderdijk schreef in deze periode twee keer een gedicht over een verliefde paling die moet sterven. Beide ver'zen geven op verbloemde, maar niet mis te verstane wijze zijn liefde voor Wilhelmina weer. Juist in deze periode is de wederzijdse verliefdheid echter zo manifest geworden, dat de moeder van Wilhelmina de minnaar, die immers ook echtgenoot en vader was, de toegang tot huize Schweickhardt heeft ontzegd. Waarom de aanbeden paling Tschilsispzéä heet, is niet bekend.
ter... vaardig: bereid om de wreedste slachting te ondergaan |
schoon: ofschoon |
'k Ben... getroost: ik kan het heetste vuur verdragen |
palingspeetje: stokje waaraan stukjes paling geregen worden om te braden |
| |
Gebed 19
Dit gedicht, vrij bewerkt naar een vers van de Franse dichter Fénélon, geeft mogelijk ook iets van de wanhoop en gewetensnood weer waaraan Bilderdijk in 1796 ten prooi is als gevolg van zijn vurige liefde voor het meisje dat hij niet mag liefhebben.
| |
Op het huwelijksbed van een bruid en bruidegom, 20
in hun eerste huwelijksnacht door de bliksem getroffen
Of dit gedicht een concrete aanleiding heeft, is niet bekend,
| |
| |
maar het romantische denkbeeld van geliefden die sterven in elkaars armen zal Bilderdijk sterk hebben aangesproken.
toegelegd: beschoren |
vindt... verengeld: wanneer u weer tot uzelf komt, hebt u een hogere staat bereikt: die van engel |
huwlijkskoets: echtelijk bed |
| |
Genoegen 21
Aan mijn dierbare
In 1797 was Bilderdijk met Wilhelmina Schweickhardt naar Duitsland gegaan, waar zij noodgedwongen elk een eenvoudig en teruggetrokken leven gingen leiden. Omdat hij nog getrouwd was, konden ze niet onder één dak verblijven; Wilhelmina diende daarom elders te gaan wonen. In dit gedicht probeert hij haar moed in te spreken, door hun problematische situatie juist als zeer gewenst voor te stellen.
staatzuchts valse pronk: de onechte glans van eer en aanzien die een hoge positie met zich meebrengt |
hetgeen... overvloed: wat ons door God geschonken wordt is meer waard dan wat dan ook |
zijn genieting: het genieten van wat God geschonken heeft |
trefloos: onkwetsbaar |
Wat leggen... door God gelegd: priesters kunnen bij het huwelijk slechts menselijke banden leggen (zij waren immers niet getrouwd) |
telgjes: kinderen |
| |
Het nachtspook 23
Dit gedicht is geïnspireerd door de nachtelijke tochten te paard, die Bilderdijk vanuit Brunswijk moest ondernemen om zijn geliefde Wilhelmina te bezoeken. Zij woonde toen met hun twee kinderen in Hildesheim, acht uur gaans van Brunswijk.
| |
| |
Het ros ontzet: het paard schrikt hevig |
wed: drenkplaats voor paarden |
vierdhalf: drieënhalf |
slimmer: erger |
machtloos: krachteloos |
haken: heftig verlangen |
van gemijmer afgesloofd: uitgeput door gepieker |
of... bedriegen: of zij de tijd een beetje korter kon maken |
gehengen: gedogen |
onderstaan: doorstaan |
mijzelf begeven: de moed opgeven |
stal: gestalte |
opgespalkte leden: opengesperde oogleden |
stapt toe: stapt naderbij |
| |
Grafschrift voor mijzelf 29
Dit gedicht is typerend voor Bilderdijks preoccupatie met zijn eigen dood, waar hij op zijn dertigste al een vers over schreef. Later zouden er nog vele volgen.
lijkgesticht: graf |
Gelukkig... verwarmen: hij zou gelukkig zijn als zijn gedichten anderen vreugde konden brengen |
| |
In de scheepskooi 29
Bij een vliegende storm op zee
In 1806 was de politieke situatie in het vaderland zodanig gewijzigd, dat Bilderdijk terug kon keren. Wilhelmina en hun twee nog levende kinderen (enkele waren in Duitsland gestorven) zouden later volgen.
haverkaf: strozak |
nauw: scherp |
een niet: iets onbetekenends |
| |
| |
een luttel luchtgeblaas: een beetje wind |
baar: golf |
de ontrouwe Godsgezant: Jonas in de walvis |
dood... sta mij voor: of mij nu de dood of het leven wacht |
| |
| |
Napoleon 32
Kort na Bilderdijks terugkeer in het vaderland werd Lodewijk Napoleon tot koning van Holland benoemd. De dichter verwachtte niet veel van deze vorst, maar een toevallige ontmoeting veranderde dat. Lodewijk Napoleon voelde sympathie en bewondering voor Bilderdijk, en hielp hem waar hij kon. In oktober 1806 vroeg de secretaris van de koning hem een ode op Napoleon te dichten. Bilderdijk beschouwde de keizer als de overwinnaar van de door hem gehate Franse Revolutie, zag in hem de stichter van een nieuwe monarchie, en bewonderde zijn militaire successen. Binnen korte tijd schreef hij dit gedicht. Het werd nog datzelfde jaar gepubliceerd, echter zonder het slotcouplet waarin Bilderdijk voorwaarden aan zijn lof verbindt.
Nee, dichtkunst... betoovrend lied: de inhoud van deze strofe is, dat alleen de dichter aan de held onsterfelijkheid kan verlenen. |
dislier: luit |
Jupijn... zonneteugel: Jupiter, de oorlogsgod, mag dan in de gedaante van een arend door het hemelruim zweven, hij waagt het niet om de zonnewagen van Apollo, de god der dichtkunst, te besturen. |
Frederik... heldentoon: ook de machtige Frederik de Grote van Pruisen is als dichter geen succes. |
| |
| |
't zwermend... waterwellen: muggen |
Die voegt... bezing': alleen een dichter van vergelijkbaar formaat past het om een loflied op u te schrijven. |
Pindarus: de grootste Griekse lierdichter, naar wie de pindarische ode (een lofzang als deze) is genoemd |
lachen... aan: dapper tegemoet treden |
braveren: trotseren |
't Olympisch Piza... stuivend zand: aan de Olympische spelen werd oorspronkelijk alleen deelgenomen door de bewoners van Pisa, een stad nabij Olympia (Griekenland). |
De Gauler... wapentrossen: De Galliërs mogen dan tot in het hart van Rome zijn doorgedrongen, waar de wapenbundels van de veroverde vijanden werden bewaard (historisch onjuist, maar hier figuurlijk bedoeld), dat alles valt in het niet vergeleken bij wat Napoleon gepresteerd heeft. |
Kapitool: heuvel in het hart van Rome met de tempel van Jupiter als het symbool van de macht |
wie... verdwijnt: de prestaties uit het verleden vallen in het niet bij wat Napoleon heeft bereikt. |
malen: schilderen, afbeelden |
Hier valt... in de schoot: hier moet de geschiedenis buigen voor het fabelachtige van Napoleons overwinningen. |
Hier ziet men... kneuzen: Napoleons overwinning op de aanhangers van de Revolutie is een herhaling van Jupiters zege op de Titanen. ‘Bekkenelen’ zijn schedels. |
Péan: lofzang op Apollo |
Python: de door Apollo verslagen draak (de Revolutie) |
ringen: worstelen |
Febus: Apollo |
Sabêaas... omscheld: de Sabaeërs in Arabië bezaten kaneelbomen, waarvan de bast kaneel leverde. |
Fenix: mythische vogel, die uit zijn eigen as herrijst. |
grote Karel: Karel de Grote |
't noodlot... hand: het noodlot wijkt voor hem |
| |
| |
De Nijlgod... Tiber: de namen van de rivieren verwijzen naar de overwinningen van Napoleon, in Egypte, in Palestina, Oostenrijk en Italië. |
Zalde Oder... keizersvlag: juist in de maand dat Bilderdijk zijn ode dichtte, overwon Napoleon de Pruisen in de slag bij Jena. |
De ontzachlijke aadlaar: Oostenrijk |
krimpt... horens in?: vermindert de macht van de Turken? Eerst had Napoleon hen verslagen. Hun rijk was in verval en in 1806 had Rusland de Turken weer de oorlog verklaard. |
Hagars zwervend zaad... Muslamin: Hagar was een Egyptische dienstmaagd van Abraham. Zij schonk hem een zoon, Ismaël. Beiden werden verstoten door Sara, de wettige vrouw van Abraham. Ze zwierven door de woestijn, waar Ismaël de stamvader van vele Arabische stammen werd, waaronder de bedoeïenen. Die worden hier tegenover andere belijders van de islam geplaatst |
Verbeelding... sluit: zwijg, verbeelding, want de toekomst is al zeker. De poorten die ons het zicht op de toekomst ontnemen, kunnen nu open. |
Herstelt... Monarchij!: verwijzing naar het Rijk Gods op aarde, dat nabij is. Napoleon wordt in de voorgaande strofe dus gezien als een wegbereider voor dat Rijk. |
zo... verraden: indien uw daden alleen bedoeld zijn om het heil der aarde naderbij te brengen |
| |
Leiden in verwoesting 38
Na terugkeer uit zijn ballingschap was Bilderdijk in Leiden gaan wonen; de enige stad die zich in zijn sympathie mocht verheugen. Kort daarna werd de stad getroffen door een enorme ramp. Op 12 januari 1807 ontplofte een schip vol buskruit. Er vielen honderd eenenvijftig doden en meer dan duizend gewonden. De halve binnenstad lag in puin. Bilderdijk overleefde de ramp, maar zijn huis werd beschadigd, zodat hij de stad
| |
| |
tot zijn spijt tijdelijk moest verlaten. In dit gedicht wordt de gedachte ontwikkeld dat de ramp de wraak was van de Spanjaarden, die Leiden in de Tachtigjarige Oorlog tevergeefs belegerden. Koning Lodewijk Napoleon, met wie Bilderdijk intussen bevriend was geraakt, komt het rampgebied dadelijk bezoeken en laat zich daarbij van zijn beste zijde zien.
Hoe!... wrok?: komt na tweehonderdvijftig jaar de geest vanValdez, de Spaanse veldheer die het beleg voor Leiden sloeg, nu zijn gram halen? |
Maranen hier: Spanjolen |
Alva: Spaans landvoogd in de Nederlanden, die met harde hand de opstand probeerde neer te slaan |
lijfstaffieren: lijfwacht |
Zo dit... ontzield: als Alva dit niet op prijs stelde, dan was niet alleen zijn lichaam gestorven, maar ook zijn ziel. |
| |
Aan de koning 41
Toen het Z.M. behaagde, mij tot lid des koninklijken instituuts te benoemen
In 1808 richtte Lodewijk Napoleon het Koninklijk Instituut op (nu Koninklijke Nederlandse Akademie vanWetenschappen). Hij zag daarin voor Bilderdijk een belangrijke rol weggelegd. Deze wilde eerst weigeren, en schreef in een brief: ‘Ik in een college hassebassen? Dan vocht ik liever als de eerste christenen in het dierenperk.’). De koning hield echter voet bij stuk.
de naneef: het nageslacht |
filomelenlied: nachtegaalszang |
van... belommerd: onder uw bescherming |
| |
| |
| |
Dood en leven 44
kraamsalet: kraamkamer |
op te doen: open te stellen |
tuimelvreugd: duurzame vreugde |
aanzijn: bestaan |
in geen ogenschijn zich maalt: zich niet alleen maar in uiterlijke schijn vertoont |
het kiemend korengraan... op moog gaan: het nieuwe leven in Gods aanwezigheid mag ontluiken. Toespeling op Joh. 12:24 |
| |
De dood 47
Op mijn verjaardag
Waarom dus... wrevel aangezien: Waarom zou ik dus de nieuwe dag wrevelig begroeten (hij brengt me immers dichter bij mijn dood, zoals blijkt uit het gedicht) |
telt hij... als ik: ook God houdt bij hoe lang ik nog te leven heb |
koolpen: houtskoolstaaf |
's levens Contrarol: lijst, register |
in dat uitzicht... gegrepen: moed geput uit dat vooruitzicht |
| |
Afscheid 49
Een van Bilderdijks bekendste gedichten, geschreven in de winter van 1810. Lodewijk Napoleon was afgezet, Nederland was ingelijfd bij Frankrijk, en Bilderdijk was wanhopig omdat hij geen jaargeld meer ontving. Hij en zijn gezin leden bittere armoede. Daarom meende hij nu werkelijk dat zijn einde nabij was. Op 10 januari 1811 droeg hij het bijna vijfhonderd regels tellende gedicht voor in Amsterdam, waar het grote indruk op de toehoorders maakte. Hier is alleen het visionaire slot opgenomen. Stervend ziet Bilderdijk een grote toekomst voor zijn vaderland in het verschiet. Zo demonstreert dit ge- | |
| |
dicht de bij uitstek romantische opvatting van de dichter als ziener, als profeet.
Waar... lied: Bilderdijk beschouwde dit gedicht, nu hij stervende was, als zijn zwanenzang. De Meander is een rivier in Klein-Azië, de bakermat van de poëzie, omdat Homerus er werd geboren. De Grieken meenden dat de zwaan, de vogel van Apollo, vlak voor zijn dood nog een prachtig lied zong. |
filomelen: nachtegalen |
vege: ten dode gedoemde |
roemen... plas: de waternimfen mogen dan uw lof zingen, zwaan |
De dichter was: de dichter is dood |
gij, broeders: gij, mededichters |
eist u: eist van u |
echt: huwelijk |
omzwalpt om mijn' voet: om mijn voet golft |
Hollands Ilium: Ilium is Troje; Hollands Ilium is Holland |
uw Hektors: Hollands helden, zoals Hektor de held van Troje was |
Trojes... heldenkroost: Trojanen die ontkwamen aan de ondergang, vestigden zich onder aanvoering van hun leider Aeneas in Latium, en daar kwam Rome uit voort. |
't hangt... geval: het staat niet op zichzelf |
Mocht... ziet!: Ik zou graag vertellen wat ik al stervend waarneem! |
afgelegde vlag: de vlag die het onderspit heeft gedolven |
| |
Aan een vriend 54
Bij de bevalling zijner egade
Het is niet bekend of Bilderdijk een feitelijke geboorte op het oog had, maar de vrijmoedigheid waarmee hij hier over het verwekken van kinderen spreekt, zou korte tijd later, wanneer de verpreutsing is ingetreden, velen als ongepast voorkomen.
| |
| |
'k heb de brui van: ik heb er geen zin meer in |
stoute knaap: flinke jongen |
hort: een plotselinge, korte beweging |
vooral... aan: zeker niet, vriend, dat hoort niet |
overwint: voortbrengt |
de ouden paai: de grijsaard (namelijk Bilderdijk) |
hem... beschoten: hij dood is |
die voor heb: die van plan is |
| |
Ter verjaardag van mijn ega 55
Bilderdijk en zijn vrouw schreven bijna elk jaar een verjaarsvers voor elkaar, vaak in een troostende of stichtende toon. Tijdens de Inlijving leefde het gezin meer dan ooit in kommervolle omstandigheden.
leken: druppelen (van tranen) |
't bleek gebrek: effect van bloedarmoede |
halmenbed: stromatras |
onttrekt... nooddruft: ontzegt u uzelf het onontbeerlijke |
't Was dan: was het dan? |
de milde koninklijke hand: namelijk die van koning Lodewijk |
tot de strengste... derven: zelfs het meest noodzakelijke ontberen |
die leven... verzwelgen: die gewoon voort zou leven en dit zou kunnen verdragen |
O dierbre... gieten: Ik zou graag mijn bloed vergieten als ik u daardoor veel ellende kon besparen |
verbiedt... rijzen: de mens is veroordeeld tot dit aardse tranendal |
wie: die, wie |
grafmulm: van: molmen, tot stof vergaan. |
Die al... bepaalde: die voor al wat bestaat de omvang heeft vastgesteld |
| |
| |
| |
Wilhelmus van Nassauwen 60
De val van Napoleon en het herstel van Nederlands onafhankelijkheid onder de prins van Oranje, kort daarna koning Willem i, gaf Bilderdijk vele gedichten in de pen. Hier een variatie op het Wilhelmus - dat toen nog niet het volkslied was, maar wel het lied van de Oranjepartij.
is niet in ons verfranst: de Franse overheersing heeft ons bloed niet aangetast |
kampanje: bovenste achterdek van een schip |
steng: verlengstuk van de mast van een schip |
blijmaar: goed bericht |
kartouwen: zware kanonnen |
bromt: brengt een dof gonzend geluid voort |
| |
De bloedhond 62
Dit gedicht heeft betrekking op Napoleon, die zojuist ontsnapt is van het eiland Elba, om nog één keer de macht te grijpen, voordat hij bij Waterloo definitief zal worden verslagen
Wacht u: weest op uw hoede |
hem naadren... treden: hem tegemoet gaan met verzoeken die men niet meent om dan zijn kant te kiezen en zijn voorhoede te gaan vormen |
Péan: lofzang op Apollo, juichkreet |
gruwzaam rif: het gruwelijke dode lichaam (van Napoleon) |
bepalen: doen ophouden |
Mas-anjello: Napolitaans visser, leider van de opstand tegen de Spaanse onderkoning, die over Napels regeerde (1647). Net als Napoleon was hij van eenvoudige afkomst. Thomas Asselijn schreef in 1668 een treurspel over hem |
vrijen: bevrijden |
| |
| |
| |
Eierkoken 65
Een van de merkwaardigste gedichten van Bilderdijk, mogelijk geïnspireerd door een mythologische voorstelling van de schepping.
Mero: ‘berg in 't oude Noorden, waar de god Koper in huist’, aldus een aantekening van Bilderdijk; een verwijzing naar de koperen ketel waarin het ei wordt gekookt. |
Zo word'... vloeien!: het eiwit stolt, de dooier wordt halfzacht |
| |
Aan een ivoren kam 65
min: hier Cupido |
zwalpend: golvend als de zee |
de erge knaap: de sluwe, arglistige Cupido |
| |
In de vriendenrol van dr. Blume 66
In mijn (toen hoogstgevaarlijke) ziekte
Een vriendenrol is een album amicorum, een verzameling teksten of tekeningen van goede vrienden. Dr. Carl Ludwig Blume was een plantkundige die in 1818 vanuit Leiden naar de zojuist gestichte botanische tuin van Buitenzorg (Java) vertrok. Bilderdijk was wel vaker ernstig ziek.
roof... strand: weelderige diversiteit van de tropische natuur |
| |
Een zogenaamd poeet 66
Parnas: de aan de muzen gewijde zangberg Parnassus |
paardenvoetplas: de aan de muzen gewijde bron aan de voet van de Parnassus, ontstaan door de hoefslag van het gevleugelde paard Pegasus |
streepjen... gevoelen: met behulp van streepjes (en stippeltjes) konden gevoelens worden uitgedrukt |
| |
| |
het gemeen: het gewone volk |
| |
De onnozele boer 67
steewijf: stadswijf |
Dan wed... raden kan: Dan weet ik wel wat er aan de hand is |
daar... koning: herberg waar een portret van de koning als uithangbord wordt gebruikt |
| |
Aan de hedendaagse godsdienst-stoorders 68
Bilderdijk was een behoudend christen, die niets moest hebben van moderne ontwikkelingen in de theologie.
onnoozlen: onschuldigen |
op 't... verwoed: gebeten op kleding die u niet bevalt |
plunderfielen: plunderaars |
moedig: hier sarcastisch gebruikt |
moedwil: kwaadwilligheid |
te wijken... verpanden: voor dit hart, dat waarheid, God en recht nooit in zal wisselen, is het te laf om voor geweld opzij te gaan |
| |
Rondedans (in futuro) om een doodkist 69
In 1804 had de Leidse hoogleraar Matthijs Siegenbeek de spelling gemoderniseerd. Bilderdijk was het daar volstrekt mee oneens en bestreed de nieuwe regels te vuur en te zwaard. Hier stelt hij zich voor hoe zijn tegenstanders in de toekomst (in futuro) rond zijn lijk zullen dansen, omdat ze nu ongestoord hun gang kunnen gaan. Het gedicht bevat allerlei voorbeelden van taalverbastering (volgens Bilderdijk). Het werd pas na Bilderdijks dood gedrukt (1832). De vijfde strofe ontbreekt in de uitgave van de Dichtwerken door Da Costa en is pas later gepubliceerd.
| |
| |
Marsyas: nam een door Athene weggeworpen fluit op en daagde daarmee Apollo met zijn citer tot een wedstrijd uit. Apollo won, en liet Marsyas, als straf voor zijn hoogmoed, levend villen. |
Poëtasteren: rijmelaars |
scholasteren: bekrompen schoolmeesters |
hemelstokvisch: Siegenbeek schrijft hemelling in plaats van hemeling (gelukzalige, engel). Ling (of leng) betekent stokvis; volgens Bilderdijk zou hemelling dus hemelstokvis betekenen. |
't Moffen stokpaard: toespeling op Siegenbeeks Duitse afkomst en een verwijzing naar diens germanismen. |
Nu... gespannen: nu een rechtszitting gehouden |
mutsaartvuur: brandstapel voor ketters |
't spellersbaasjen: Siegenbeek |
hach noch wach: boe noch bah |
wij dansen... gelubde beren: op de kermis traden vroeger gecastreerde beren op. |
| |
De dichter 72
Aan mr. Izaäk da Costa
Bilderdijk beschouwde Da Costa, zijn meest geliefde leerling, als zijn opvolger in de dichtkunst. Hij werkt hier de beeldspraak uit van de dichter die als een adelaar boven de gewone stervelingen zweeft, te midden van de geesten, en vraagt Da Costa zijn werk voort te zetten en ook zich tot het christelijk geloof te bekeren (Da Costa werd gedoopt in 1822).
bliksemdrig: bliksemdrager (vergelijk: vaandrig) |
onbeproefde hemelbaan: de eerste vlucht van de adelaar |
't roeien van zijn forse schacht: het vliegen met sterke vleugels |
goor: modder |
sijflend broed: schuifelende, sissende slangen |
daar 't zwadder... rookt: waar het slangenspeeksel van zijn vleugels afdampt |
| |
| |
in zielsvergoding opgetogen: in vervoering vanwege de aanbidding van de ziel |
blauw-saffieren trans: dampkring |
wen: wanneer |
en dat... aderbuizen: wanneer het zou kunnen, zou mijn ziel u ook van binnenuit bezielen |
spruit van Jacob, Juda's zaad: Da Costa was een Portugese jood. |
afval dempen: een einde maken aan de afvalligheid |
wierook van 't gemeen: de lof van het grote publiek |
| |
Op een partij huilende lijkzangers onzes tijds 75
Dit gedicht is gericht tegen de dichters die na Bilderdijks dood hun gebrekkige, valse gelegenheidsdichten ten gehore zullen brengen.
Rekels: straathonden |
remplaçant: plaatsvervanging. Wie was ingeloot omzijn dienstplicht te vervullen, kon een remplaçant zijn plaats laten innemen (meestal tegen vergoeding). |
zien wij... af!: laten we daarom die stormbui van gedichten negeren |
| |
Napoleon 77
De dood van Napoleon op Sint-Helena inspireerde Bilderdijk tot een finale beschouwing, die rustiger van toon is dan het voorgaande Napoleon-gedicht, waarin de keizer een bloedhond en een monster werd genoemd.
Jakobijn: de Jacobijnen waren de meest fanatieke aanhangers van de ideeën van de Franse Revolutie, en verantwoordelijk voor het schrikbewind, toen vele politieke tegenstanders werden onthoofd. |
staatzucht: begeerte naar eer en aanzien |
hij maar... gedaald; dan was hij als vorst en held gestorven |
| |
| |
| |
Op de dood der schandelijke koningin van Groot-Brittannië 78
Prinses Carolina van Brunswijk was in 1795 getrouwd met de kroonprins van Engeland. Zij baarde een troonopvolgster, maar het huwelijk was een mislukking. Zij vertrok en leidde op het continent een liederlijk bestaan, totdat de prins zijn vader opvolgde als koning George iv. Zij wenste toen ook gekroond te worden, veroorzaakte een schandaal, en stierf onverwacht in 1821.
ritsig: geil |
draf: het vuil |
't kopren voorhoofd: koper is bepaald geen edel metaal, in tegenstelling tot het goud van de kroon. Zij is het dus niet waard om gekroond te worden. |
Jacoba... Margareet: Jacoba van Beieren en Margaretha van Parma, de landvoogdes uit het begin van de Tachtigjarige oorlog. Op beide dames had Bilderdijk het niet begrepen. Tijdens de Hoekse en Kabeljauwse twisten behoorde Jacoba tot de door Bilderdijk verfoeide Hoeken. |
| |
Het Italiaans 78
Dit gedicht is gebaseerd op een strofe uit ‘Beppo’ van de Engelse dichter Lord Byron:
I love the language, that soft bastard Latin,
Which melts like kisses from a female mouth,
And sounds as if it should be writ on satin,
With syllables which breathe of the sweet South,
And gentle liquids gliding all so pat in,
That not a single accent seems uncouth,
Like our harsh northern whistling, grunting guttural
Which we're obliged to hiss, and spit, and sputter all.
Zefirs ademzucht: de westenwind |
| |
| |
| |
Het Spaans en 't Frans 79
stoute... Goths: vermetele moed van de oorlogszuchtige Goot (afgeleid van de Goten, het Germaanse volk dat aan het begin van onze jaartelling naar het zuiden trok) |
schakals: jakhalzen |
staamlarij... spreken: de neusklanken in het Frans worden hier met de onbetrouwbaarheid der Fransen in verband gebracht. |
| |
Hedendaagse talen 80
't sijflend, mondgebies: sissend geluid |
Ons Neerlands... verstikken: ons Nederlands zou te herleiden zijn tot de oorsprong van de taal, als het niet verpest werd door het Frans. |
| |
Doodsgedachten 80
bromt: een dof geluid voortbrengt |
Nimmer... huur: ik heb nooit voor de toekomst willen zorgen alsof ik er iets over te zeggen had |
maar verbeid... nacht: ik zie steeds verlangend uit naar de dood |
| |
De drukpers 82
Een bewerking van een gedicht van William Cowper (1731-1800)
bozer plaag... bezwaarde: erger dan een van de plagen die Egypte bezocht |
wel: bron |
mond... logen: spreekbuis van satan |
kennisgaaf: van de boom der kennis van goed en kwaad (Genesis 3) |
| |
| |
| |
Liberalen 84
In bijzondere zin
strekt voor: geldt als |
Kezen: scheldnaam voor patriotten |
Jakobijnen: de Jacobijnen waren de meest fanatieke aanhangers van de ideeën der Franse Revolutie, en verantwoordelijk voor het Schrikbewind, toen vele politieke tegenstanders werden onthoofd. |
gril... algemeen: ze praten graag over het algemeen belang |
rechte taal: juiste taal |
| |
Recensenten 86
wat werd... kennis: wat is er van onze kennis geworden |
| |
Wijn 86
Eerst... zwijn: van wijn word je eerst onverschillig, dan een dief, dan een wellusteling |
verheert: overwint |
| |
Ochtendstond 87
Maar 't zij!: Maar het zij zo! |
woeien: woelen |
zielzucht: smartelijke verzuchting |
weerwil: tegenzin |
't bezwaar: van de last namelijk |
Wat... leven: het heeft geen zin altijd jong te willen blijven |
| |
| |
| |
Uitvaart 88
krepgefrom: rouwkleding van dunne, doorschijnende stof (crêpe) |
't nietig gans: dat is het nu helemaal |
beet... aartstyrans: de beet van de tand des tijds |
wat 's dit mij: wat kan mij dit schelen |
sofistrij: spitsvondige, maar niet steekhoudende redeneringen (i.c. moderne theologie) |
stout braveren: dapper trotseren |
| |
Afscheid aan Leiden 90
In mei 1827 zag Bilderdijk zich gedwongen om naar Haarlem te verhuizen, omdat hij in Leiden geen geschikte woning meer kon vinden.
treffend: gevoelig |
Egis: schild van Pallas, de godin van de wijsheid |
één mij dierbaar huwlijkspand: zijn zoontje Alexis Izaak was in 1806 in de Leidse Pieterskerk begraven |
Daar moest mijn bloed de akker mesten: in Duitsland lagen vier kinderen van Bilderdijk begraven |
oudste spruit van onze koets: Julius Willem, de oudste zoon van Bilderdijk en zijn tweede vrouw, was in 1818 op een schip in de Javazee overleden |
nooit vereeldend: nooit ongevoelig wordend |
mijn dierbre Lodewijk: Bilderdijks jongste zoon, geboren in 1812 |
echtkoets: echtelijk bed |
Pallas wakkrer zonen: de studenten |
rif: geraamte |
van zwervend hondgebroed bekloofd: door zwerfhonden afgeknaagd |
en de Amstelstad... bracht en kerk: Bilderdijk meende dat zijn
|
| |
| |
voorouders in de geschiedenis van Amsterdam een belangrijke rol hadden gespeeld (zie volgende strofe) en dat zijn huidige vijanden in Amsterdam zich nu over zijn bitter lot zouden verheugen. |
Amstels burgervader: volgens Bilderdijk was een van zijn voorvaderen burgemeester van Amsterdam geweest |
Laurentius: eerste hervormde predikant van Amsterdam, die Bilderdijk ook als een voorvader beschouwde. |
guldenmond: zeer welsprekend iemand |
fenixveder: zeldzaam begaafd schrijver |
wangeloof: het katholicisme |
deel... neef: deel het lot van uw getrouwe neef |
Dit weten, leden we: dit besef (dat onze voorouders alleen hun geweten hebben gevolgd en daarvoor gestraft zijn) verdroegen we |
Blijmoedig des!: en wel blijmoedig |
| |
Haarlem 94
Net als andere steden was Haarlem in de Franse tijd achteruitgegaan; het beleefde ook in de decennia daarna geen bloeiperiode. Ook hier, in de eerste strofe, is enige overdrijving Bilderdijk niet vreemd.
kluft: kloof |
trek gij me af: leidt gij me af |
| |
Het tabakroken 96
Ook in dit gedicht klinkt Bilderdijks afkeer van Frankrijk door.
zijns grijzen... gebroken: zijn familie te schande gemaakt |
geldt dit voor: moet dit doorgaan voor |
| |
| |
| |
Grijsaards bruiloftszang 97
Febus zonen: dichters; zonen van Apollo, de god der dichters |
elpen: ivoren |
moogt... verstommen: gij jeugdige dichters moogt zingen waar wij grijsaards zwijgen |
ontglommen: dof geworden |
wat, zo 't frisse... beschaamt!: bezing de erotiek binnen het huwelijk op een manier die een maagd mag doen blozen, maar een onschuldige ziel niet met schaamte vervult |
kusjes mengelen: kusjes uitwisselen |
wen: wanneer |
| |
De pen aan de schrijver 100
troostte zich: verdroeg |
geweld: opgeweld (uit een bron) |
| |
Mijn leven 102
van in haar wel... voorbij: de stroom des levens, in haar oorsprong bemodderd, dreef in een moeras voorbij |
kreitsloop: kringloop |
zielzucht: gebed |
|
|