Leven, ach! Wat zijt gij toch?
(2006)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtelijk beschermdOp het huwelijksbed van een bruid en bruidegom, aant.in hun eerste huwelijksnacht door de bliksem getroffenEen teedre en lieve bruid sliep hier in 's bruigoms armen,
op 't eerbre huwlijksbed ten hemelwellust in.
De Algoedheid zag hun vlam met zegenvol erbarmen,
en één, één bliksemstraal verzegelt beider min.
O welgelukkig paar! Elkaar om 't hart gestrengeld,
geniet ge de eêlste vreugd de stervling toegelegd;
verliest ge u in haar lust; en - vindt u weer, verengeld;
en zalige eeuwigheid is de aanvang van uw echt.
| |
[pagina 21]
| |
Gij, maagden, strooit hier palm, strooit leliën en rozen!
Dees lijk-, dees huwlijkskoets eist al uw eerbied af:
Gods englen zweven ze om met Godgeheiligd blozen,
en zeegnen 't bruiloftsbed verenigd met het graf.
1796
|
|