het licht gezonden Verzameling uitmaken, gelijk zy dan ook loopen over geheel het zes-en-twintigtal van jaren, omgegaan tusschen het eerste en het laatste door de beide Vrienden gewisselde schrift. Toch zou de Levensbeschrijver van den Dichter zich niet geheel gekweten mogen achten door eene bloote overneming van den inhoud dier Brieven, zoo ver zy tot de geschiedenis van Bilderdijks te rug keer in het Hollandsche Vaderland betrekking hebben. Belangrijk, ook om den stijl, het piquante, het vrije, het levendige, is de inhoud dezer Brieven in hooge mate. Doch zy zouden voorzeker een kritische ontleding, eene soort van chemische schifting en scheiding moeten ondergaan, om een ongemengd historisch resultaat op te leveren, vrij van elke eenzijdigheid, zoo natuurlijk in de voorstelling van een Dichter, die ook waar hy prosa gaf altijd dichterlijk dacht en zag en schreef, en zich als van zelve alzoo verdiepte in de beschouwing en ontwikkeling van bepaaldelijk die ééne zijde der zaak, welke hem op een gegeven oogenblik het levendigst trof, of zelfs eenig voor oogen stond. En ook dergelijke kritische ontleding zou nog niet noodzakelijk tot resultaat de volstrekte waarheid hebben, ten zij geschied met eene gave van tact en inzicht, die althands niet aan velen te beurt viel. Een enkele losse uitdrukking toch van een pen en uit een hart als dat van