De dichtwerken van Bilderdijk. Supplement. De mensch en de dichter Willem Bilderdijk
(1859)–Willem Bilderdijk, Isaäc da Costa– AuteursrechtvrijEene bijdrage tot de kennis van zijn leven, karakter en geschriften
Isaäc da Costa, De dichtwerken van Bilderdijk. Supplement. De mensch en de dichter Willem Bilderdijk. Eene bijdrage tot de kennis van zijn leven, karakter en geschriften. A.C. Kruseman, Haarlem 1859
-
gebruikt exemplaar
eigen exemplaar dbnl
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van De dichtwerken van Bilderdijk. Supplement. De mensch en de dichter Willem Bilderdijk. Eene bijdrage tot de kennis van zijn leven, karakter en geschriften van Isaäc da Costa uit 1859. Het gehele werk bevat zestien delen.
redactionele ingrepen
Op basis van de inhoudsopgave zijn tussen vierkante haken in de lopende tekst koppen toegevoegd.
p. 379: Bladz. 3 → Bladz. 1, ‘Bladz. 1, r. 4 en 5.’
p. XXIV-XXVI: de ‘drukfeilen’ op deze pagina's zijn niet doorgevoerd in de lopende tekst.
p. 50: de ‘opgegeven verbeteringen’ op deze pagina zijn niet doorgevoerd in de lopende tekst.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (p. π2, π4, 376, 478, II en 2) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina ongenummerd (p. π1)]
DE MENSCH EN DE DICHTER
WILLEM BILDERDIJK.
[pagina ongenummerd (p. π5)]
DE MENSCH EN DE DICHTER
WILLEM BILDERDIJK,
EENE BIJDRAGE TOT DE KENNIS
VAN
ZIJN LEVEN, KARAKTER, EN SCHRIFTEN,
DOOR
Mr. Is. DA COSTA.
HAARLEM,
A.C. KRUSEMAN.
1859.
[pagina ongenummerd (p. π6)]
GEDRUKT BIJ A.C. KRUSEMAN.
[pagina I]
INHOUD.
Eerste levensnacht | Blz. 3. |
Des Dichters vader, Dr. Izaak Bilderdijk | Blz. 6. |
Des Dichters moeder | Blz. 9. |
Kindschheid en jeugd | Blz. 11. |
Optreding als dichter | Blz. 19. |
Prijsverzen en verdere eerstelingen | Blz. 20. |
Kens van een beroep | Blz. 23. |
Vertrek naar Leyden | Blz. 24. |
Omgang in huis | Blz. 25. |
Verkeer in de maatschappy | Blz. 26. |
Heftigheid en schroom | Blz. 27. |
Uiterlijk voorkomen | Blz. 29. |
Portretten | Blz. 30. |
Studiën te Leyden | Blz. 31. |
Willem Bilderdijk en Johan Valckenaer | Blz. 34. |
Arbeid in de Rechten en andere vakken | Blz. 40. |
Uitkooping van tijd | Blz. 42. |
Promotie | Blz. 43. |
Minnezangen | Blz. 44. |
Eerste huwelijk | Blz. 47. |
Rechtspraktijk voor de Hoven | Blz. 50. |
Verdediging van Oranjevrienden | Blz. 52. |
Prins Willem V | Blz. 56. |
Prinsgezindheid en Prinsesgezindheid | Blz. 58. |
[pagina II]
Gijsbert Karel van Hogendorp en Willem Bilderdijk | Blz. 60. |
Denkbeelden over den besten regeeringsvorm | Blz. 62. |
In het leger van den Hertog van Brunswijk | Blz. 66. |
Te rug keer in het dagelijksche leven | Blz. 68. |
Dichterlijke arbeid uit de jaren 1787 tot 1795 | Blz. 70. |
De Romance | Blz. 74. |
Elius | Blz. 76. |
Begrippen omtrent geboorte en adel | Blz. 78. |
De dertien jaren in den Haag | Blz. 86. |
Tot 1795 | Blz. 94. |
In 1795 | Blz. 95. |
De nieuwe eed | Blz. 99. |
Bezwaren tegen den nieuwen eed | Blz. 102. |
Het request | Blz. 104. |
De uitzetting | Blz. 105. |
Te Groningen | Blz. 112. |
Ibn Doreids Treurzang | Blz. 114. |
In Engeland | Blz. 116. |
Naar Brunswijk | Blz. 119. |
Te Brunswijk | Blz. 120. |
Overgangen tot de negentiende eeuw | Blz. 122. |
Het tweede huwelijk | Blz. 126. |
Vorming tot het levende Christendom | Blz. 132. |
Nieuwe dichtkracht | Blz. 144. |
Nieuwe dichtwerken | Blz. 145. |
Naar Delille | Blz. 153. |
Naar Pope | Blz. 154. |
Bilderdijk vertaler | Blz. 155. |
Kritiek en antikritiek | Blz. 157. |
De Nieuwe Mengelingen | Blz. 160. |
Briefwisseling | Blz. 165. |
Uit Brunswijk | Blz. 167. |
[pagina III]
Een edele Recensent | Blz. 169. |
Briefwisseling met den edelen Recensent | Blz. 170. |
Een Professoraat te Franeker | Blz. 172. |
Mislukking | Blz. 174. |
Repatriatie | Blz. 175. |
Bilderdijk en Jeroninio de Vries | Blz. 176. |
Bilderdijk en Rutger Jan Schimmelpenninck | Blz. 180. |
In de dagen van Koning Lodewijk | Blz. 182. |
Stroomen van poëzy | Blz. 192. |
Dichtbundels | Blz. 195. |
Gelegenheidsverzen | Blz. 198. |
Geleerde arbeid | Blz. 206. |
De Ode op Napoleon | Blz. 209. |
De Ziekte der Geleerden | Blz. 218. |
Treurspelen | Blz. 224. |
Een Epos | Blz. 227. |
Diepten van ellende | Blz. 233. |
Na den storm | Blz. 254. |
Onder het Keizerrijk | Blz. 257. |
Eerelidmaatschap in een Genootschap van Israëlieten | Blz. 274. |
Weldaden aan een zoon uit Israël | Blz. 276. |
De zomer van 1813 | Blz. 284. |
Bevrijdingszangen | Blz. 285. |
Onder het hersteld Oranje | Blz. 287. |
het Amsterdamsch Professoraat | Blz. 300. |
Een Protestant aan zijne Medeprotestanten | Blz. 307. |
Poëzy en Prosa van 1817 tot 1827 | Blz. 314. |
Bilderdijk en de studeerende jeugd | Blz. 324. |
Bilderdijk en Nicolaas Schotsman | Blz. 334. |
Algemeene wapening | Blz. 336. |
Innerlijke rust | Blz. 339. |
Omgeving van vrienden | Blz. 340. |
[pagina IV]
Het Leydsche Jubelfeest | Blz. 342. | |
Robert Southey by Bilderdijk | Blz. 344. | |
Nieuwe beproevingen | Blz. 346. | |
Naar Haarlem | Blz. 349. | |
Laatste schriften | Blz. 350. | |
Laatste smarten | Blz. 354. | |
Laatste krankte | Blz. 356. | |
Uitvaart | Blz. 357. | |
Des Dichters kunstbegaafdheid | Blz. 358. | |
Zijne taalstudie | Blz. 364. | |
Wetenschap en poëzy | Blz. 361. | |
Dichter en Natie | Blz. 363. | |
De mensch en de Christen | Blz. 370. | |
aanteekeningen | Blz. 375. | |
slotwoord | Blz. 472. | |
aanhangsel | Blz. i. | |
Mijne eenige | Blz. iii. | |
Aan de Hoog Ed. geb. Vrouwe, Mevrouwe van Herzeele | Blz. iv. | |
Aan Mevrouw A.W. Gerlacius, Geb. van Iddekinge | Blz. v. | |
Aan dezelfde | Blz. v. | |
Aan dezelfde | Blz. vi. | |
Aan een vriend | Blz. viii. | |
In een vriendeurol | Blz. viii. | |
Grafschrift | Blz. viii. | |
Aan den Heer Eersten Luitenant van den Eynde | Blz. viii. | |
Nabericht op ‘de Ziekte der Geleerden.’ | Blz. ix. |
[pagina I]
DE MENSCH EN DE DICHTER
WILLEM BILDERDIJK.