De dichtwerken van Bilderdijk. Supplement. De mensch en de dichter Willem Bilderdijk
(1859)–Willem Bilderdijk, Isaäc da Costa– AuteursrechtvrijEene bijdrage tot de kennis van zijn leven, karakter en geschriften
[Uit Brunswijk]Beide, de Brieven en andere verwante bronnen, terwijl zy de reeds aangegevene bijzonderheden omtrent de Brunswijksche vreemdelingschap bevestigen of toelichten, stellen ons den loop en zamenhang der omstandigheden, die de Dichter te rug in zijn Vaderland en straks in de naaste omgeving van Koning Lodewijk brachten, ten duidelijkste voor oogen. Wy zagen in de groote trekken Bilderdijks levenslot en levenswijze te Brunswijk, - den uitgebreiden letterarbeid, waarmede hy in de behoefte van zijn gezin voorzag, - den vrijen, deels gezelligen deels afgezonderden voet, waarop hy zich in de maatschappy en te midden van eenen kring van Nederlandsche en andere | |
[pagina 168]
| |
Uitgewekenen bewoog, - zijne betrekkingen tot den Persoon en het hof van den doorluchtigen Hertog, zijn naar vermogen allezins milden Beschermer en Weldoener. Uit den aart der dingen, uit den aart der toenmalige politieke en maatschappelijke, bepaaldelijk Duitsche, toestanden (het waren de dagen van en even vóór Ulm en Austerlitz, straks Jena!) kon een dergelijke levenswijze niet duurzaam zijn. Van lieverlede, en ten gevolge van meer dan ééne omstandigheid (waaronder ook het vertrek van schier alle de Hollandsche Uitgewekenen naar het Vaderland of naar elders) verminderden de lessen of collegiën, of liepen voor een deel te niet. Maar ook in gunstiger oogenblikken waren zware beproevingen by afwisseling niet achtergebleven: nevens het verlies van kinderen, hevige gemoedsaandoeningen, huisselijke zorgen, krankten van ziel en lichaam, die eindelijk in een kwijnende en doodelijke ziekte schenen te moeten overgaan, - in elk geval, een weldra onoverwinlijk heimwee, en, terwijl de weg tot genezing van deze kwaal nog scheen gesloten te blijven, eene behoefte om, tot prijs van welke opofferingen dan ook, ten minste aan de Brunswijksche lucht en bodem te ontkomen, waarin het overgevoelig geworden gestel des Dichters het, naar zijne vaste meening, het nu niet langer uithouden kon. Onderhandelingen over het aanvaarden van een leerstoel te | |
[pagina 169]
| |
Moscow werden er omstreeks denzelfden tijd door den in zoo vele vakken geleerden Dichter gevoerd. Naar Moscow, (of, gelijk hy het later eens uitdrukte, naar Siberië,Ga naar voetnoot*) liever dan langer te verblijven aan de plaats, waar hy zich thands bevond! |
|