De dichtwerken van Bilderdijk. Supplement. De mensch en de dichter Willem Bilderdijk
(1859)–Willem Bilderdijk, Isaäc da Costa– AuteursrechtvrijEene bijdrage tot de kennis van zijn leven, karakter en geschriften
[Prinsgezindheid en Prinsesgezindheid]Aan Bilderdijks Prinsgezindheid heeft niemand wel ooit getwijfeld. Niet ieder intusschen is evenzeer vertrouwd met de volle beteekenis van die benaming in verband met de verschillende nuances van de party, die in het algemeen zich als de Stadhoudersgezinde van de Staatsgezinde of patriotsche onderscheidde. In ieder land zijn er uit den aart der zaak altijd in elke party zekere onderdeelen geweest, die het zij op ondergeschikte het zij soms zelfs op zeer wezenlijke punten wederom naar binnen onderling verschilden of zelfs tegenover elkaâr stonden. Zoo waren er (het werd reeds herinnerd) in de tegenstadhouderlijke party twee zeer verschillende en gantsch ongelijksoortige bestanddeelen: het oude Staatsgezinde en het opkomende revolutionaire. Niet anders was het gesteld in den boezem ook der Stadhouderlijke party, waarin op gelijke wijze zich onderscheidden het element der oude Oranjegezinde burgers, dat van den Hofadel, dat van den | |
[pagina 59]
| |
onderling niet weinig verdeelden Landadel, en eindelijk dat van de stedelijke Aristocratiën, hetwelk deels van ouds reeds aan de zijde of aan de spits van het Stadhoudersgezinde volk gestaan had, deels uit zelfbehoud en uit schrik voor het democratische element zich aan de party voor den Prins had begonnen aan te sluiten. Doch van uit nog hooger en intiemer kring had zich eene diep liggende onderscheiding in de Stadhoudergezinde party gevormd. Het is thands voor niemand, die eenige meer dan oppervlakkige kennis draagt van zaken en personen uit dien voor Nederland zoo veelzins hachelijken tijd, een geheim meer, hoe er in den boezem der party van den Stadhouder, van eene Prins-gezinde en van eene Prinses gezinde fractie sprake heeft kunnen zijn. De Prinses Frederika Sophia Wilhelmina, Echtgenoote van Willem V, was eene Broedersdochter van Fredrik den Groote, die om haar helder verstand, kennis, en kracht van karakter by den Koning haren Oom in groote achting heeft gestaan. Niet ongenegen, en door de omstandigheden als van zelve er toe geleid, om in Staatszaken de hand te hebben, boezemde zy natuurlijk genoeg aan vele vrienden van het huis van Oranje meer vertrouwen, aan de tegenstanders meer ontzag in, dan haar minder ondernemende en tegen den storm opgewassen Gemaal. Onder de Staatslieden, die van de bemoeiingen der Prinses | |
[pagina 60]
| |
aant.met de openbare zaken de meest gunstige verwachtingen koesterden, en in dien geest hunne medewerking inrichtten, onderscheidde men den uit Noord-America pas in het Vaderland te rug gekeerden Gijsbert Karel van Hogendorp, destijds nog jong, maar om wijs beleid, standvastigen moed, en onverwrikte trouw reeds een uitnemend sieraad der Oranjeparty. |
|