De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 14
(1859)–Willem Bilderdijk– AuteursrechtvrijEigen kracht.Ga naar voetnoot*Δοϰιμαζομένη ἡ δύναμις ἐλέγχει τοὐς ἄφρονας. Roei, ja roei met alle vlijt,
Sla de riemen fors door 't water;
Ach de wal blijft even wijd,
En het is een bloot geklater.
Stervling, neen, het baat u niet;
Gy drijft af met stroom en vliet.
Zoo Gods adem 't zeil niet spant,
IJdel, ijdel, is 't vermoeien,
En gy ziet geen overkant
Uit des oevers rietbosch groeien.
Wie u ook geleiden zal,
Nimmer zet ge voet aan wal.
Hijs uw zeil den hemelwind,
Zie het ronden, zie het zwellen,
Eer de stille nacht begint,
En doorklief de vlietstroomwellen.
Dit is 't middel, dit alleen:
Eigen krachten zijn te kleen.
1827.
|
|