De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 14
(1859)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtvrij
[pagina 275]
| |
aant.De vreemdeling.Ga naar voetnoot*Vreemdling waar ik rustloos zwerve.
vreemdling in mijn bakermat,
Vreemdling waar mijn voet zich zette,
waar ik schuil- of rustplaats had,
Vreemdling by bekende en vreemde,
vreemdling by mijn eigen bloed.
Moog ik 't slechts by God niet wezen,
't is genoeg voor mijn gemoed.
Na Motanabbi.
1827.
|
|