De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 14
(1859)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtvrij
[pagina 233]
| |
Plicht.Ga naar voetnoot*Wat meent men? Met den plicht is geen verdrag te treffen;
Het harte kwijt zich niet, of de eisch moet gantsch voldaan.
Het baat ons niet, de last een handbreed op te heffen;
Getorscht moet ze, en met lust, door heel de levensbaan.
- Maar, zoo de kracht ontbreekt? - Ach, de arbeid-zelf geeft krachten,
En eene ontzichtbre hand steunt wie gewillig torscht:
Gewillig draag men 't slechts, en zonder ijdle klachten,
Met blijdschap in 't gemoed en onrustvrije borst!
Verplettren zal zy niet wie haar wilvaardig dragen,
Maar doen ze op vaster voet in 't spoor des levens staan.
Ja, 't is ons zelfgenot en innig zielsbehagen,
Met opgeheven hoofd by 't drukkend wicht te gaan.
Maar wee hem die een deel der last waant meê te voeren!
Ook zelfs dat deel ontvalt, wie 't opneemt, langs zijn pad:
Den band die 't pak omgordt vermetel los te snoeren,
Is vloekbare eigenwil die God en plicht vergat.
Neen, blij' dat pak aanvaard en (moge 't ook bezwaren,)
By kromgebukten hals het oog om hoog gericht:
't Geeft kracht, in 't vast geloof op Jezus kruis te staren. -
Geen huichlen voor zich-zelf, geen plooien met den plicht!
1827.
|
|