De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 14
(1859)–Willem Bilderdijk– AuteursrechtvrijAan en vriend.Ga naar voetnoot*Een vlucht van exters, spechten, spreeuwen,
Komt, zegt gy, aan de vensters schreeuwen,
En tieren tegen God en my?
Wel nu, zy mogen vloeken, razen,
Ter eer van 't Hoofd der speldersbazen,
Wy kennen heel die bentparty. -
Maar - ‘ook een stoet van dolle honden
Zijn van hun ketens losgebonden,
En blaffen, keffen, dat het dreunt,
Ja toonen tanden om te bijten;
Daar mocht ge wel een steen op smijten.’ -
Een dwaas is 't die er zich aan kreunt.
Dat volkjen wou zich graâg als helden
Op 't oorlogsveld der taal doen gelden;
Die wijs is trekt het zich niet aan.
Net even dom zijn ze als kwaadaardig,
En zelfs geen enklen voetschop waardig
Van die ze op weg voorby mocht gaan.
1827.
|
|