De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 13(1859)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 347] [p. 347] De duivel en zijn vrienden. (Tegen een ezelachtig puntdicht, gelijk er meer zijn).Ga naar voetnoot* ‘Pas op uw beurs, mijn Heer, hier loopt een Zakkenrolder,’ Zoo sprak me in marktgedrang een brave grijzaart aan. ‘Vooral niet, stoor u niet aan 't ouden mans gekolder, Denk enkel op al 't mooi; gy kunt hier veilig gaan; Zulk volk bestaat niet eens, (dus galmde 't om my henen,) Een zot, die daarvoor vreest!’ - Wien geef ik nu geloof? Wien moet ik beter vriend des Zakkenrolders meenen, Die waarschouwt, of wiens raad my bloot stelt aan zijn roof? 1822. voetnoot* Krekelzangen II, 116. Vorige Volgende