De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 13
(1859)–Willem Bilderdijk– AuteursrechtvrijOp het afbeeldsel eener schoone.Ga naar voetnoot*Zie der schoonheid schoonste bloemen
In dit blozend inkarnaat!
Wat Natuur bevalligst beeldde,
Op dit overschoon gelaat!
Zie die lippen, zoo lieftallig,
Waar het kusjen op ontluikt!
Zie de putjens in die wangen,
Waar de looze Min in duikt!
Maar beschouw die vlammende oogen,
In wier licht de strengheid praalt,
Die geen zuchtjen kan gedogen
Waar de lust in ademhaalt.
Ach, wat is ons al die schoonheid,
Door zoo streng een deugd bewaard?
Edens lusthof zijn de wangen;
't Oog, des Engels vlammend zwaard.
Na ibn chalikan vrij gevolgd.
1809.
|
|