De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 11
(1858)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtvrij
[pagina 499]
| |
In eens dichters vriendenrol.Ga naar voetnoot*Zoo wordt in 't heiligdom van uwe Dichtrenbladen
Mijn' naam de onsterflijkheid, uw rechten, meêgedeeld! -
Neen, 't is een ijdle waan die mijn verbeelding streelt:
Dit voegt den kweekling slechts der Heliconiaden,
By 't Goden-ambrozijn uit Hippokreen gedrenkt,
En by 't geboortelicht door Goden toegewenkt.
Hier pronk' wat edelst is, en, uwer vriendschap waardig,
Deze onderscheiding by het Nageslacht rechtvaardig'.
Te rug, mijn pen, te rug! dees plaats behoort u niet,
Maar die van Hemelval en loutren Nektar vliet.
1828.
|
|