De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 11
(1858)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtvrij
[pagina 470]
| |
In het album van een afscheid nemenden zeeman.Ga naar voetnoot*Vergeefs voert gy mijn naam door stormgeweld en golven
Naar 't verstgelegen strand den Zuidpool in 't gemoet:
Wat eens uit stof verrees moet weêr in 't stof bedolven,
En eens verzinkt al 't aardsch in d' algemeenen gloed.
Doch ga - het zij u hier de Noorderbuien loeien,
't Zij ginds de warmer zon u koester' van omhoog,
Dezelfde levensaâm blijft door uwe aders vloeien,
Hetzelfde hemellicht blijft stralen in uw oog.
Doorstreef den kring der aard, gy blijft er in besloten:
Ze is eng (hoe ruim ze ook schijn) voor 't hart dat meer verlangt,
En de opgezette boeg der stoutste wareldvloten
Dringt door de omneevling niet die ze in haar wolk omvangt.
Wat is 't dan, zoo mijn naam by tegenvoetelingen
Genoemd werde op een deel van 't andre halve rond?
Neen, moog ze in hooger sfeer op Englenwieken dringen,
Als mededeelgenoot in 't Godlijk Zoenverbond!
1826.
|
|