De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 11
(1858)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtvrij
[pagina 465]
| |
By een kunstwerk van mijn overledenen zoon, Julius Willem.Ga naar voetnoot*Een Werkstuk van mijn Zoon, den eerstling ons gegeven,
Vervuld van Vaders moed en Moeders zachten aart,
By 's Jonglings vroege dood zijn' Oudren nagebleven.
Gedachtuis, beiden meer dan 't eêlst gesteente waard!
Heb eerbied, wie gy zijt, voor 't kunstgewrocht diens braven,
Wiens onverschrokken ziel van geen verwrikken wist,
Zijne Oudren troostte in 't leed door de ongemeenste gaven,
En nooit in 't prangendst wee Gods schikking heeft betwist.
Steeds blijft ons dankbaar hart den dierbren teêr betreuren,
En immer gaapt de wond in dat getroffen hart.
Gy, wie gevoelen kunt, hoe zulke banden scheuren,
Rechtschaapnen, schenkt een zucht aan hunne on heelbre smart!
1826.
|
|