De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 11
(1858)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtvrij
[pagina 316]
| |
Aan een stokoud vriend, ter zijner verjaring.Ga naar voetnoot*Ja, Grijsheid is een schoone kroon
Op 't onbesproken hoofd:
Geen flonkering van diamant
Die haren glans verdooft!
Gods goedheid straalt er blijd in af,
Door 't onbewolkt gelaat
En spreidt hem bloemen op zijn weg
Die tot zijn rustplaats gaat.
Geen rimpel dien de hand des tijds
Door wang of voorhoofd ploegt,
Of zachte blijdschap lacht er uit,
In 's Hoogsten gunst vernoegd;
En de inspraak van 't erkentlijk hart
By ieder levensklop,
Aâmt dank aan d' Oorsprong alles goeds
En stijgt ten hemel op.
Geluk, ô brave grijze Vriend,
Met zulk een Ouderdom!
Zie dikwerf nog in dit genot
Dees blijden dag weêrom!
Wy deelen met oprecht gemoed
In uw gezegend feest;
God zegen 't steeds met nieuwe lust,
En heilig 't door Zijn Geest!
Ex tempore.
1822.
|
|