De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 11
(1858)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtvrij
[pagina 247]
| |
Aan den heer en mr. J. van 's Gravenweert, met mijnen ‘Ondergang der Eerste Wareld’.Ga naar voetnoot*Homerus tolk by 't Vaderland,
In zielsgevoel mijn aanverwant,
Als vriend, in 't felst des noods bestand,
Ontfang' van 's ouden Dichters hand,
Aan 't graf genaderd tot den rand,
Dit onvoleindigd onderpand
Eens Dichtgloeds, lang reeds uitgebrand;
Herdenk' aan onzen vriendschapsband,
En delv' welhaast aan 't Katwijksch strand,
Mijn beenders onder 't mulle zand
By de ongeziene heideplant,
Beveiligd voor des blaffaarts tand,
En waar nooit laffe schoolpedant,
Naar d' ingevoerden modetrant,
Mijn' naam en Hollands taal tot schand',
Een nieuwerwetsch Gedenkstuk plant'!
1820.
|
|