De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 11
(1858)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtvrij
[pagina 121]
| |
Op het albumblaadtjen van een geleerde.Ga naar voetnoot*Men zoek' in blinkend wapenfeit
Den toegang tot de Onsterflijkheid,
Of tracht' langs 't veld der wetenschappen
Den Naroem in 't gemoet' te stappen;
Een zekerder en korter pad
Verleent my meiers Albumsblad:
Dat zal by 't geen in alle landen
Doorluchtigst is van puikverstanden,
Mijn naam verheffen tot hun rang,
En langer duren dan mijn zang.
Welaan! met weinig pennestreken
Vergetelheid en dood ontweken! -
* * *
Dan hoe! - Dit blaadtjen, beste vrind,
Verwaait met d' allerminsten wind:
Daar is ter wareld toch niets lichters
Dan 't schrijven van de hand eens Dichters.
Neen, reik my, naar den ouden trant
Een vast in leêr gevatten band,
En door een koker met zijn deksel
Niet slechts voor stof en handbevleksel,
Maar ook voor wind en weder vrij:
Of - acht ge dit te goed voor my,
Voeg dan met een der zwaarder namen
Den mijnen op één blaadtjen samen:
Want anders blijf ik, arme worm,
In d' eersten, besten, najaarsstorm.
1812.
|
|