De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 10(1858)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 152] [p. 152] Lente, aan Lykoris. 't Was winter. Zefirs aâm doorzweeft de zoete dalen, De veldgrond staat bebloemd in 't verschontloken kruid; De lucht weêrgalmt op nieuw van duizend boschkoralen; En 't woud hernam zijn kruin, en breidt zijn schaduw uit. Maar zonder u, Lykoor, veracht ik veld en bloemen: Geen lommer dan met u, geen bosch- of heuvelgroen! Geen lente zonder u mag schoon of luister roemen; Ze is barrer voor mijn hart dan 't barste jaarsaizoen. Vorige Volgende