De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 10
(1858)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtvrij
[pagina 122]
| |
Aan Cinthia.
| |
[pagina 123]
| |
De naakte en ruwe grond ter harde rustplaats' wordt;
En dat ik, welk beklag my vloeie van de lippen,
Voor 't vooglenchoor-alleen mijn jammertonen sla.
Maar, wees vrij wreed! - En bosch, en onbewoonde klippen
Weêrgalmen onvermoeid den naam van Cinthia.
|
|