De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 10
(1858)–Willem Bilderdijk– AuteursrechtvrijEuforion aan Panarete.Ga naar voetnoot*Ge ontrukt my dan, ô Noordstar van mijn harte,
Waar eindeloos mijn oog gevest op staat!
Ge ontrooft my dan dat Hemelsche gelaat,
In d' oceaan van mijne onlijdbre smarte
Mijn licht-alleen, mijn zon, mijn dageraad!
ô Lieve Maagd, aan wier aanbidbre lonken
Mijn leven hangt, mijn aanzijn, mijn bestaan!
ô Weiger my geen deernisvolle traan;
Daar, in den vloed van mijn geweeu verdronken,
Mijn boezem barst, en geen geluid kan slaan.
| |
[pagina 75]
| |
ô Gun mijn hart, dat in verliefde zuchten
U door de lucht steeds nazweeft en verzelt,
Wen 't landvermaak u toelacht op het veld,
Een kleenen blik op al zijn ongenuchten!
Een blik van u, die al zijn wee vergeldt!
En, wen gy keert, ô breng dan, even teder,
Uw eigen hart aan uw aanbidder weder,
Die aan uw kniên in fellen gloed versmelt!
Uit mijn eigen Italiaansch.
1796.
|
|