De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 10
(1858)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtvrij
[pagina 67]
| |
Troost.Ga naar voetnoot*Schoon de Abeel met tak en wortel
Door het onweêr nedersla,
Rots en steenklip stort' te mortel,
't Scheurt geen trouwgepaarden tortel
Van zijn lieve wedergâ.
Neen, hy dekt haar met zijn vlerken,
Houdt haar aan zijn borst geprest,
Weet haar 't trillend hart te sterken,
En op een der lage berken
Sticht hy haar een ander nest.
Daar, in 't stille loof gedoken,
Vliegen ze aan elkanders hart;
Paren, kussen, streelen, stroken,
Van vernieuwden gloed onstoken;
En verzoeten zich de smart:
Stellen wind- en bliksemsnorren,
Schrik en donder uit hun zin;
Trekkebekken, kirren, korren,
Laten bloem en tronk verdorren;
En zijn zalig in hun min.
Londen, 1795.
|
|