De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 10
(1858)–Willem Bilderdijk– AuteursrechtvrijAan Odilde.
| |
[pagina 26]
| |
Dierbre! zult ge 't my vergeven?
Kunt gy 't? laat uw hart het toe?
Dat ik (Hemel! hoe te moê!)
Aan mijn' schrijfdisch vast blijf kleven,
En met oog en mond en boezem, u geen nieuwe hulde doe? -
U van 't naar u trekkend harte,
't Blakende offer niet te biên,
Niet te zuchten aan uw kniên!
Van zoo wreed een boezemsmarte
Is in 't snerpendst van de wanhoop zelfs geen schaduw ooit gezien.-
ô, Gevoel, kunt gy 't gevoelen,
Wat mijn teedre ziel al lijdt:
Welk een angst haar al bestrijdt;
Daar zy met het rustloos woelen,
Zich van d'onverdraagbren kluister, die haar ophoudt, niet bevrijdt! -
Dierbre, 'k heb dit licht zien dagen;
Treurig daagde 't, want ik zag
In uw oogen geenen dag:
'k Zie het reeds ter kimme jagen,
Daar het licht waardoor ik leve, my niet eens bestralen mag! -
Zal dan (wreedste der ellenden!)
Zal de dag zijn gloênde raân
Op de breede hemelbaan
Naar eene andre wereld wenden,
En voor my, voor my, rampzaalge! zelfs geen dag zijn opgegaan? -
Ja, zoo wil 't een onverbidlijk,
Een balsturig, wrevel lot:
'k Wachtte op 't treffendst heilgenot,
'k Was volzalig - en - onmidlijk
Neemt de diepst gevallen Engel hier de plaats in van een' God.
| |
[pagina 27]
| |
Diepstgevallen? Neen, mijn waarde,
Iets ontbreekt er aan mijn pijn,
Hoe onduldbaar zy my schijn'.
Zoo het lot me uw gunst bewaarde,
'k Ben gelukkig: maar uw toornen...! ach, geen hel kan wreeder zijn.
Zoudt ge my daar meê beladen?
Gy me uw gramschap blijken doen?
En, daar gy my 't hart ziet bloên,
Mijne beden wreed versmaden?
Zoudt gy 't my verwijten kunnen, als de rampen op my woên?
My verwijten -? Dierbre schoone,
Ach! aanbidt mijn ziel u niet?
ô Zoo gy mijn hart doorziet,
Zie, wie in zijn binnenst wone!
Zie, voor wie het kloppe en jage! wie er eenig in gebied'!
ô Vertroost het met uw wenken!
't Zucht, het kwijnt, het brandt, het hijgt:
't Krimpt van weedom weg, en zwijgt!
Zoudt gy 't geen vergeving schenken?
ô Geen zaliger op aarde, dan die haar van u verkrijgt!
|
|