De dichtwerken van vrouwe Katharina Wilhelmina Bilderdijk. Deel 3
(1860)–Katharina Wilhelmina Bilderdijk-Schweickhardt– AuteursrechtvrijOpwekking.Ga naar voetnoot*Bloemen op den weg gestrooid!
Zij het leed vergeten!
Ach, hoe kort een levenstijd
Is ons afgemeten!
Heden ziet ge op 't Lenttapijt,
't Hupplend knaapjen zwaaien:
Morgen reeds zal d' avondwind
Op zijn grafjen waaien!
Heden zal de jonge bruid,
Voor het outer blozen:
Morgen stalt haar 't jeugdig bloed!
Weg zijn 's levens rozen!
Smaak dan, stervling, 's levens heil
Dat U God wil schenken,
Tot de dood die alles rooft,
U ter rust zal wenken.
| |
[pagina 463]
| |
Laat geen zoete nachtegaal
Onbeluisterd zingen;
Wekk' u 't schaapjen op tot vreugd
Door zijn dartlend springen!
Speelt eens op uw grafgesteent'
't Vrolijk weeldrig wichtjen,
Dan verrukt de lach niet meer
Van zijn aangezichtjen.
Mag de blozende eglantier
't Graf met bloeisem dekken,
't Zal den sluimrer in het graf
Tot geen wellust strekken.
De avond stort verkwikbren daauw
Op het gras der graven:
Maar die weldaad der natuur
Mag geen dooden laven.
't Lieflijk koelend windtjen zweeft
Langs de zerken henen;
Maar zijn adem fluistert niet
Door de kerkhofsteenen.
Alles is voor hun te niet
Die in de aarde rusten:
's Levens vreugde ging voorby
Met genot en lusten!
Uit het Hoogduitsch,
1813.
|
|