De dichtwerken van vrouwe Katharina Wilhelmina Bilderdijk. Deel 3
(1860)–Katharina Wilhelmina Bilderdijk-Schweickhardt– AuteursrechtvrijAfscheid.Ga naar voetnoot*Ja, geen der wreedste folteringen,
Die ooit den stervling viel te beurt,
Kan zoo het hart zijn moed ontwringen
Als 't oogenblik dat ons een' Zielsgeliefde ontscheurt!
| |
[pagina 198]
| |
Helaas! wen eensbezielden voelen
Hoe zalig ze in elkander zijn:
Wen al het heil dat zy bedoelen,
Het deelen is van vreugde en pijn:
Wen 't hart niet langer voor zich-zelven,
Maar voor zijn ander harte slaat;
De zucht een afgrond schijnt te delven,
Die zijns Geliefden borst ontgaat:
Wen enkel op het denkbeeld bevend,
Dat, dien men mint, een kommer drukt;
Wen, in hem stervend, in hem levend,
Zijn weêrmin ons ons-zelv' ontrukt:
Wen zulken 't wreede lot doet scheiden,
Die by de tranen, dan geplengd,
Het afscheidswoord vergeefs verbeiden,
Daar 't diepgetroffen hart aan spraak noch leven denkt:
Wen de afscheidskus, met wien het leven
Den teedren lippen wordt ontperst,
De zielen op hun boord doet beven,
Daar 't harte van zijn weedom berst: -
Ach! zulk een scheiding van Geliefden
Zegt eindloos meer dan loutre smart,
Geen dolken ooit die 't hart zoo griefden: -
Neen, 't is vernietiging, verdelging van het hart!
Gewis, in 't ander beter leven
Zal 't hart waar zuivre min het onze meê vereent,
Zijn weêrhelft weder zijn gegeven,
Om eeuwig aan elkaâr te kleven!
ô Troost! ô zoete troost voor 't geen men hier beweent!
1799.
|
|