De dichtwerken van vrouwe Katharina Wilhelmina Bilderdijk. Deel 3
(1860)–Katharina Wilhelmina Bilderdijk-Schweickhardt– AuteursrechtvrijAan mijn kind,
| |
[pagina 197]
| |
Wat keert ge uw oog, zoo vol van smarte,
Als hy u niet meer zichtbaar is!
Wat werpt ge u aan uw moeders harte,
En streelt en kust zijn beeltenis!
Ik beef, mijn Wichtjen, voor uw harte,
Daar 't zoo oneindig zacht - zoo teêrgevoelend is!
Maar zoudt ge ook hier gevoelloos wezen?
Gevoelloos, by dees afscheidsgroet!
Dan deedt gy me in een toekomst lezen
Waarvoor mijn boezem siddring voedt!
Wat had ik dan voor 't hart te vreezen,
Dat nooit dan deugdzaam kloppen moet!
Verrukt ontwaar ik 't, dierbaar Wichtjen,
Dat tederheid u 't harte treft -
Verbleekt ze ook soms uw aangezichtjen,
Zy is het die het hart verheft!
Heb eeuwig dank, Alwijze Vader!
Heb dank voor zulk een boezemgloed!
Niets brengt den mensch uw grootheid nader,
Dan 't hart dat liefde en teêrheid voedt!
1799.
|
|